Auteur:Joost van den Vondel
Uiterlijk
(Doorverwezen vanaf Joost van den Vondel)
Joost van den Vondel | |
Geboren | Keulen, 17 november 1587 |
Overleden | Amsterdam, 5 februari 1679 |
Nationaliteit | Nederlands |
Genre(s) | toneel, poëzie, gedichten |
Taal of talen | Nederlands |
Belangrijkste werk(en) | Gijsbrecht van Aemstel |
Meer over Joost van den Vondel op Wikipedia |
Joost van den Vondel (17 november 1587 - 5 februari 1679) was een Nederlands dichter en toneelschrijver. Zijn ouders waren protestantse vluchtelingen uit de Zuidelijke Nederlanden, die zich in 1597 in Amsterdam vestigden. Vondel verdiende zijn brood in de kousenhandel die hij van zijn vader had overgenomen. Na het faillissement van deze zaak werd hij suppoost bij de Bank van lening, waar hij in 1668 gepensioneerd werd. Hij werd lid van de Brabantse rederijkerskamer Het Wit Lavendel. Tijdens zijn carrière als kousenmaker begon hij, als bewonderaar van Seneca, en later de Griekse klassieken, zelf toneelstukken te schrijven.
Werken
[bewerken]Poëzie (35)
[bewerken]- Den Gulden Winckel der Konstlievende Nederlanders (1613)
- Hymnus ofte Lofgesangh over de wijdberoemde scheepvaert der Vereenigde Nederlanden (1613)
- Vorstelijcke warande der dieren (1617)
- Op de jongste Hollantsche Transformatie (1618)
- De Helden Godes (1620)
- Het lof der zeevaert (1623)
- Geboortklock van Willem van Nassau (1626)
- Bruyloftbed van P.C. Hooft en Helionora Hellemans (1627)
- Rommelpot van 't Hane-kot (1627)
- Verovering van Grol door Frederick Henrick, Prince van Oranje (1627)
- De Rynstroom (1630)
- Roskam (1630)
- Harpoen (1630)
- Een otter in 't bolwerck (1630)
- Geuse-vesper (1631)
- Decretum horribile (1631)
- Op Huygh de Groots verlossing (1632)
- Inwying der doorluchtige Schoole t'Amsterdam (1632)
- Kinderlijck (1632)
- Uitvaert van mijn dochterken (1633)
- Lyckklaght aan het Vrouwekoor, over het verlies van mijn ega (1635)
- Brieven der Heilige Maeghden, Martelaressen (1642)
- Aen de Beurs van Amsterdam (1643)
- J.J. Vondels Verscheide Gedichten (1644)
- Altaergeheimenissen (1645)
- Poezy (verzamelbundel) (1650)
- Inwijdinge van 't Stadhuis t'Amsterdam (1655)
- Het stockske van Joan van Oldenbarnevelt (1657)
- Zeemagazyn (1658)
- Wildzang (1660)
- Toneelschilt oft Pleitrede voor het toneelrecht (1661)
- Bespiegelingen van Godt en Godtsdienst (1662)
- Joannes de Boetgezant (1663)
- De Heerlijckheid der Kercke (1663)
- Uitvaert van Maria van den Vondel (1668)
Drama's (25)
[bewerken]- Het Pascha ofte de Verlossing Israels uit Egypten (1610)
- Hiërusalem verwoest (1620)
- Palamedes of Vermoorde Onnooselheijd (1625)
- Jozef of Sofompaneas (1635)
- Gijsbrecht van Aemstel (1637)
- Maeghden (1639)
- Gebroeders (1640)
- Joseph in Dothan (1640)
- Joseph in Egypten (1640)
- Peter en Pauwels (1641)
- Maria Stuart of Gemartelde Majesteit (1646)
- Leeuwendalers, lantspel (1647)
- Salomon (1648)
- Lucifer (1654)
- Salmoneus (1657)
- Jeptha of Offerbelofte (1659)
- David in Ballingschap (1660)
- David hersteld (1660)
- Samson of Heilige wraak (1660)
- Adonias of Rampsalighe kroonzucht (1661)
- Batavische gebroeders of Onderdruckte vryheit (1663)
- Faëton of Reuckeloze stoutheit (1663)
- Adam in Ballingschap of Aller treurspelen Treurspel (1664)
- Zunchin of Ondergang der Sineesche heerschappije (1667)
- Noah of Ondergang der eerste wereld (1667)
Gelegenheidsgedichten
[bewerken]- 1627 - Bruyloftbed van Pieter Cornelisz. Hooft en Helionora Hellemans
- 1633 - Kinder-lyck (naar aanleiding van het overlijden van zijn zoon Constantijn)
- 1668 - Uitvaert van Maria van den Vondel
Literaire verhandeling
[bewerken]- 1650 - Aenleidinge ter Nederduitsche dichtkunste
Vertalingen
[bewerken]Wikiquote heeft een collectie citaten gerelateerd aan Joost van den Vondel |