De Stijl/Jaargang 4/Nummer 5/Open Brief

Uit Wikisource
‘Open Brief’ door De Stijl
Afkomstig uit De Stijl, jrg. 4, nr. 5 (juni [eigenlijk mei] 1921), p. 75-76. Publiek domein.

[ 75 ]OPEN BRIEF

Als antwoord op de brieven, die bij wijze van protest, tegen het in »bescherming nemen« der symmetrie »als in strijd met een nieuwe beelding,« bij de redactie inkwamen, verwijzen wij naar hetgeen daarover in de drie vorige jaargangen door de voornaamste vertegenwoordigers [ 76 ]van de stijldenkbeelden is geschreven en betoond. Wij wilden echter aan dezen woordvoerder der fransche cubisten de vrijheid laten om zijne inzichten, in aphoristischen vorm in de Stijl gepubliceerd, te ontwikkelen, terwijl wij het aan het moderne inzicht der lezers overlieten, — en dit om elke gezagvoerende schoolsche dogmatiek te ontgaan, — er die denkbeelden in te waardeeren die voor de ontwikkeling van het nieuwe, van belang zijn. Symmetrie, als tweezijdige organische gelijkheid, als geslotenheid, is inderdaad vijandig aan een meer innerlijke, open beelding van den geest. Een nieuwe beelding. Wij bestreden haar daarom steeds en zullen haar steeds blijven bestrijden.
Toch willen wij de logica, welke achter deze plotselinge verheerlijking der symmetrie schuilt, wat nader toelichten: Zij, die door het cubisme tot een meer bepaalde, in kleur en vorm vlakke uitdrukking kwamen (zooals Herbin) begrepen, dat het esthetisch evenwicht niet gevonden wordt, in het op een vlak tegen elkaar uitbalanceeren van verschillende (schuine, ronde en rechte) vormen. Zij voelden dit gelijk staan met een soort jongleurs-equilibrisme en meenden, door terug te grijpen naar de symmetrie, hieraan te ontkomen.
Bij een diepere beleving van het beeldingsbegrip, waarbij het evenwicht slechts op verhouding en contrast van kleur tot kleur en van vlak tot vlak enz aankomt, wordt zoowel het eerste als het laatste geheel volgens de kunst overwonnen. DE STIJL

Overige vindplaatsen[bewerken]

  • Ad Petersen (ed.; 1968) De Stijl [deel] 2. 1921_1932. Complete Reprint 1968, Amsterdam: Athenaeum, Den Haag: Bert Bakker, Amsterdam: Polak & Van Gennep, p. 56-57.