Pagina:Bosboom-Toussaint, De hertog van Alba enz (1885).pdf/110

Uit Wikisource
Deze pagina is proefgelezen

ning lijdt; ik heb alleen gedragen; ik zou willen weten, hoe een ander dit alles had ingezien.... een ander!” en hij scheen van zijn eigen woord op te schrikken. »Ik heb een zoon,” vervolgde hij meer bedaard, »een zoon, dien ik liefheb....” en hij wreef de hand peinzend over het voorhoofd - »hij moet met mij vallen of zich verheffen,” ging hij aarzelend voort.

»Ik weet, wat ik op Don Filips vooruit heb,” riep hij eindelijk, plotseling tot een besluit gekomen; en snel eenige schreden voorwaarts gaande, bracht hij een sifflet aan den mond, dat schel en schitterend weerklonk. Een bejaard man, zonder livrei, die een degen droeg, als een bewijs van goede afkomst, kwam eenige oogenblikken later aanloopen; hij bleef in eene wachtende houding staan, en staarde met een blik van diep medegevoel op den Hertog, die met den rug naar hem toegewend bleef, terwijl hij tot hem sprak: »Ricardo! laat mijn zoon weten, dat ik eindelijk alleen ben.”

De oude man mompelde zuchtend: »O, heilige Maria! zelfs voor mij verbergt hij zich.”

»Ja, zelfs voor u, trouwe man!” hernam Alba, toen hij vertrokken was; »op uwe trekken zou men lezen, wat men op de mijne tevergeefs zal trachten uit te vorschen; als gij weten kondt, wat ik zelf mij nog verbied te denken.”

Terwijl Toledo zijn zoon wachtte, trachtte hij weer naar die heerschappij over zich zelven, waaronder hij vreugde en leed, twijfeling en voorspoed, beide zoo meesterlijk verborg, en zijne trekken waren verhelderd en zijn stap ernstiger, toen Don Frederik hem naderde. Hij reikte hem zwijgend de hand en nam plaats op de bank.

»Vader!” sprak de jonge man haastig, ziende dat hij zwijgen bleef, »het is niet zooals het zijn moest,” en hij staarde hem vragend aan.

»De Koning is ondoorgrondelijk!” antwoordde Alba ontwijkend.

»Niet voor u, Heer!”

»Ook voor mij! Vroeger mocht ik gewoon zijn, op dat gelaat de stormen vooruit te zien, of helder weer te voorspellen; ik ben het duistere boek ontwend, of er zijn regels in, die gansch nieuw zijn; Koning Filips alléén weet, wat Filips bedoelt. Ik weet niets. Daarenboven, waarom zouden wij alleen niet gelooven, wat het hof en de hofstad gezien hebben en voor waar houden; waarom