Pagina:Bosboom-Toussaint, De hertog van Alba enz (1885).pdf/114

Uit Wikisource
Deze pagina is proefgelezen

maar gemeenzaam; zóó ondervroeg hij mij over Vlaanderen. Hij luisterde als Filips en berispte als Keizer Karel! En zoo natuurlijk, met zooveel verschooning voor wat mijne vijanden fouten noemen! Over het verlies van half Nederland sprak hij met de koelheid, als had ik hem eene nieuwe overwinning te melden gehad. Mijne bekwaamheden en mijn ijver prees hij, als... ze verdienden! Federico! Ik zeg het met zelfbewustheid, want ik heb voor mijn Koning gedaan, wat in menschenmacht stond! Dat God en Zijne Heiligen het niet altijd hebben gezegend, ter eere van de Kerk en van den Allerkatholieksten Vorst, is buiten mij. Ook van u sprak hij, mijn zoon! en zooals mij de meeste voldoening kon geven. Hij wilde uwe krijgsbedrijven kennen, in de kleinste bijzonderheden; hij wilde weten, »wat hij u later vertrouwen kon;” dat zijn des Konings eigene woorden, en toen ik van Alkmaar spreken moest, waar de terugtocht bijna eene nederlaag was, haalde hij de schouders op, en oordeelde het goed, dat gij aan de razende wanhoop van muiters, die altijd den dood tegemoetgingen, geene kostbare levens van zijne trouwe onderdanen hadt opgeofferd. Toen deelde hij mij mede, waarom dat ontslag, vroeger geweigerd, mij nu was gegeven, op een oogenblik, dat ik het niet verlangen kon; - waarom mij de tijd niet gegund was, de Provinciën in betere orde achter te laten; waarom ik het bewind moest overgeven aan Requesens; zóó moest overgeven! Hij zeide mij zooveel, dat ik rust kreeg, bij alles wat mij ontrustte, en mij ontlast voelde van wat mij het zwaarst drukte. Federico! Federico! Hij was mij een weldoende Heilige, die balsem droppelde op de schrijnende wonde. En daarop, - mijn zoon!” en de kalmte, waarmede hij zich tot hiertoe op dezelfde plaats gehouden had, scheen den Hertog nu weer gansch te verlaten; want hij verhief zich plotseling en stapte weer met ongeregelde schreden langs den jongen man heen en weder.

»Heer Hertog!” sprak deze, »de Koning kan oprecht zijn voor u... Telkens als hij tot u sprak, lichtte er een andere gloed uit zijne oogen, dan die, waarmede hij mij te ontzetten trachtte. Maar ik begrijp het! Mijn aarzelen om een huwelijk te voltrekken, waaraan hij groote voordeelen verbonden had, heeft hem tegen mij vertoornd; hij heeft begrepen, dat ik het ontgaan wilde, en van toen aan was het bij hem beslist, dat het zou voltrokken worden. Hij wilde zich, als bij verrassing, van mijne gehoorzaam-