Pagina:Bosboom-Toussaint, De hertog van Alba enz (1885).pdf/116

Uit Wikisource
Deze pagina is proefgelezen

Spanje! vergeef mij mijn wantrouwen, zoo het onbillijk geweest zij!”




In hoever de Hertog eerst in zijne vreeze, en later in zijne hoop, juist had gegist, had hij met zekerheid kunnen weten, zoo hij getuige had mogen zijn van een gesprek, dat in de geheimkamer des Konings gehouden werd tusschen Filips zelven en zijn gunsteling Don Ruy Gomez de Silva, die den Koning behulpzaam scheen te zijn in het schiften van staatsstukken.

»Weer eene neerlaag van Requesens, die hij ontveinst onder den zachten naam eener omzichtige behoedzaamheid,” sprak Filips met een koelen glimlach, een der stukken inziende.

»Al dat ongeluk werd door zijn voorganger voorbereid,” antwoordde Gomez, wiens gelaat eene sprekende verdrietelijkheid uitdrukte.

»Nog weder smeekschriften, die meer vermetel klinken, dan eischen!” ging de Koning voort, zonder op die aanmerking te letten; »wij zouden op deze wijze tot de gedachte kunnen komen, dat wij gedwaald hadden, met Alba te zenden; maar dat wij in eene nog grootere dwaling zijn vervallen, met hem terug te roepen.”

»De getrouwe onderdanen, die Uwe Majesteit in Vlaanderen heeft, zullen dit niet toestemmen,” hernam Gomez.

»En de Prins van Oranje?” antwoordde Filips, hem sluw aanziende.

De hoveling antwoordde niet, maar begon met eenige verlegenheid opnieuw de papieren te doorzoeken.

»Het wordt u niet geweten,” voegde hij hem toe, hem aanziende met den blik, die het midden hield tusschen minachting en scherts; »er behoorde iets anders toe, dan de drangredenen van Don Ruy Gomez, om ons tot dezen stap te doen besluiten. Wij hadden redenen voor dezen maatregel, van ernstiger gewicht, dan de nadeelen, die wij er van vreezen.”

»Uit welke oorzaken Uwe Majesteit mijn raad ook volgde, ik weet dien gegeven te hebben naar mijn beste doorzicht en met goede bedoeling,” hernam Gomez met eene zachte stem, als wilde hij door de mildheid van den toon, wat er vermetels in die woorden lag, matigen; tegelijk legde hij den Koning andere geschriften voor.