Pagina:Bosboom-Toussaint, De hertog van Alba enz (1885).pdf/136

Uit Wikisource
Deze pagina is proefgelezen

zal niet zijn, al moest ik mijne wraak gaan opzoeken aan de uiterste kusten van Afrika, of op de golven der Middellansche Zee!”

»De broeder des Konings is onschendbaar!” sprak Alba plechtig.

»Hoe? om haar te beter te misleiden, vleit hij de arme Margarita met mijne edelmoedigheid ― bespotting voor mij, dat woord en dát vertrouwen!.... Ziet hij dan niet, dat hij noch van haar, noch van mij, meer geheimhouding kan wachten; dat eene vreeselijke uitbarsting volgen moest, als wij samen kwamen, de roekelooze!... en hij is gerust?”

»Hij rekent op den Koning!” hernam Alba, »de Koning, die de teerste verschooning voor hem heeft, sinds den dood van Don Carlos!....

»Sinds hij den zoon verried aan den vader, om zich vrij te maken van zijne bestemming voor den geestelijken stand,” hernam Federico bitter. »O! wij waren in Vlaanderen niet ver genoeg van Spanje, om onwetend te blijven van zoo laaghartig eene daad, als Don Juan zich toen heeft veroorloofd uit eigenbaat.”

»Neen, Senor! laat ons billijk zijn; hij deed zijn plicht; de half krankzinnige knaap zou in zijne razernij altijd vernieuwde aanslagen gesmeed hebben tegen het leven van een vader en tegen de rust van het koninkrijk, zoo men de eerste zachtkens hadde afgeleid. Het ware broedermoord geweest, zoo hij Don Carlos gespaard had.”

»Hij bracht den Koning tot kindermoord!” hernam de jonge Toledo hevig.

»De Koning strafte een misdadigen zoon; ik zou hetzelfde hebben gedaan,” hernam Alba streng.

Een donker rood vloog over Frederik's voorhoofd.

»Hertog!” riep hij opvliegend. ― De Hertog zag hem aan met een blik, die den jongen Toledo dwong tot een kalmer toon, waarmede hij vervolgde: »Ik ken mijn vader!”

»En ik mijn zoon!” hernam Alba, terwijl plotseling de gansche uitdrukking van zijn gelaat veranderde. Hij zag met onuitsprekelijk welgevallen op Don Frederik; hij scheen in gedachten die gansche gestalte te meten, en de macht van dien kloeken arm te berekenen; een glimp van vergenoegen speelde rondom zijn mond, toen hij den gloed waarnam, die flonkerde uit dat oog, en de gezondheid en de kracht, die schitterden op die trekken, en den moed, die zetelde op dat voorhoofd.