Pagina:Bosboom-Toussaint, De hertog van Alba enz (1885).pdf/32

Uit Wikisource
Deze pagina is proefgelezen

In onze hoog beschaafde 19de eeuw. De onzinnigen! Zulke represailles — voor zijne brandstapels — drie honderd jaren na. zijn dood! Als men iets afkeurt, behoort men althans niet hetzelfde te doen. Bedenk toch

    »Que la vengeance est une triste chaine
Où l’anneau qu’on attache appelle un autre anneau.”

Maar toch, wat zoo diep in ’t bloed zit, moet vaster grond, hebben dan een volksvooroordeel. En waarheid is het, dat de roemruchte Spaansche veldheer als Landvoogd van de Nederlanden den haat van ’t Nederlandsche volk ten volle heeft verdiend, at ware het maar alleen daardoor dat hij dit volk niet anders heeft willen of kunnen zien dan van zijn eigen standpunt: dat van een ijveraar voor de volstrekte oppermacht zijns Konings en in de vaste overtuiging van diens goddelijk recht op de personen, de goederen, de consciëntiën zijner onderdanen; van een veldheer, die orde en tucht bovenaan stelde in de reeks der volksdeugden. Hier ligt de groote fout van zijn bestuur, waaruit alle zijne verkeerde maatregelen, zijne onzinnige gruwelen volgden. Hij kon niet anders. »De Koning gaat vóór ’t eigen bloed!” was zijne leus als Grande van Spanje en hij heeft het met eigen bloedige tranen bewezen dat het devies hem ernst was.<ref>Zie mijne Novelle: De Hertog van Alba in Spanje, die mij tegelijk ontslaat van herhalingen omtrent zijn persoon en karakter. Gids, jaargang 1843, later herdrukt in vereeniging met Ximenes en de Prinses Orsini.<ref> Hoeveel te minder moest het bloed van duizenden schuldige Nederlanders bij hem beteekenen, waar het den dienst, den wil, de eere van den Koning gold. Zullen wij nu in dezelfde fout vervallen en hem niet willen aanzien dan met de oogen van de Nederlanders der 16de eeuw, of van de ruwe menigte der onze in hare woeste geestdrift?

»Vergeten en vergeven!” is de vermaning die wel eens uitgesproken wordt in toepassing op dat verledene in de laatst verloop en maanden. Vergeten, neen! vergeten, nooit! Niet het lijden onzer vaderen, niet het bloed onzer martelaren, niet de daden onzer dapperen, allerminst de uitreddingen Gods. Maar vergeven? Men kan het niet, tenzij men zich stelt op het eigen standpunt van den gehate, om van daaraf de drijfveeren te bezien die hem