Pagina:Bosboom-Toussaint, De hertog van Alba enz (1885).pdf/397

Uit Wikisource
Deze pagina is proefgelezen

dat hij het was: veeleer zou men hem naar dit uiterlijk voor een dichterlijken minnezanger gegroet hebben… En krijgsman! wie van tweeën, de natuur of de maatschappij, had hier ongelijk, dat zij een man, voor dien stand bestemd, zulk een voorkomen gaf, of ondanks zulk een voorkomen toch zulke bestemming? Want hij is werkelijk op een wichtigen en hachelijken post gesteld, de jeugdige slapende dien wij gadeslaan; een post, die zelfstandigheid vordert en vastheid van karakter, zoowel als onwrikbaren moed: want hij is het, op wien de gansche verantwoordelijkheid rust van de verdediging der belangrijke vesting: het is in het eind de bevelhebber der krijgsmacht, de Baron Lubrecht Turk van Hemert zelf, dien wij u daar hebben voorgesteld. Zeker, het scheen geen goed beraad, de geestkracht van een twintigjarige op zulke proef te stellen, en men moet gelooven, dat er meer is gezien op zijn rang, op den invloed zijner familie, en op zijne fortuin, die het hem mogelijk maakte veel krijgsvolk te onderhouden op eigene kosten, dan verwachting is gehecht aan zijn beleid en ervaring, toen men dien jongen edelman zulke gewichtige taak in handen gaf. Maar toch… hier was immers sprake van dapperheid en moed: en dapper… wie was het niet onder de jonge edelen? zucht naar daden — welke jeugdige borst werd er niet door bezield te dier tijde? En waarschijnlijk is het dat de Baron, ondanks zijne groote jeugd, reeds eenig schitterend bewijs gegeven had van persoonlijken moed; want hij droeg de Vlies-orde, en het is niet denkbaar dat zijne geboorte en de invloed zijner maagschap alleen hem dit zeldzame eereteeken hadden aangebracht; maar persoonlijke moed en dapperheid, die zich toont met den degen in de hand, en onder het geknal van kogels en musketten, is nog iets anders dan die zedelijke moed, die vastheid van geest, die zelfstandigheid van karakter, die overwicht geeft over der anderen blooheid, die hun wil beheerscht door den zijnen; en op deze proeve was van Hemert nog niet gesteld geworden — en toch kon weldra de ure komen, waarin hij geroepen zou worden die door te staan.

Zijn diepe en vaste slaap, op het midden van den voormiddag, heeft eene rechtmatige verschooning.

In den afgeloopen nacht had de vijand, tot grooten schrik en verbazing der belegerden, de stad aan twee hoeken tegelijk beschoten uit nieuwelings opgerichte batterijen van vier-en-twintig