Pagina:Bosboom-Toussaint, De hertog van Alba enz (1885).pdf/413

Uit Wikisource
Deze pagina is proefgelezen

zoo menigmaal doen sidderen; zij rilde bij de gedachte dat er bloed zou gestort worden, ware het ook van vijanden — en nu… nu ging men hare ouders, hare familie, haar zelve moorden wellicht… eindigde zij met bijna nokkende stem, en van angst de handen wringende, terwijl een klam zweet op het zachte voorhoofd parelde. Van Hemert, die zich voorgesteld had bij zijne schrandere en moedige vrouw kracht te zoeken tot wederstand der flauwheid, had nu niet eens meer besef van hetgeen hij had gewild, en zonder zelf te wachten tot Catelijne ook aan hem hare smeekingen richtte, riep hij uit:

»Wees gerust; Jonkvrouwe!… en gij Mevrouwe, schrei toch niet zoo deerlijk… niemand zal hier iets lijden van de willekeur der veroveraars: ik zal een verding maken met Parma, en ik zal er hem als vriend binnenlaten, veeleer, dan te dulden dat gijlieden in zulke angst blijft verkeeren."

Mevrouw van Hemert schrikte en was meer getroffen dan verheugd over dit besluit; zij wilde eene bedenking maken, doch Catelijne wierp zich met zulk eene onstuimige uitbarsting van vreugde en dankbaarheid aan van Hemerts voeten, om zijne knieën te omhelzen en zijne handen te kussen, dat zelfs Josina van Salland den moed niet had de vreugde dier arme te storen, door een woord te spreken dat haar teleurstelling zou brengen. Van Hemert verward, ontsteld, buiten zich zelven, hief haar op, en drukte een kus op haar voorhoofd…

Op datzelfde oogenblik trad Kapitein Denys de la Charette binnen, en kondigde aan dat de krijgsraad bijeen was en slechts op den bevelhebber en voorzitter wachtte.

. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .

. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .

Het spreekt vanzelf dat de krijgsraad, onder zulke omstandigheden gehouden, niet tot zulk een moedig en mannelijk besluit kwam, waarop later de geschiedenis met fierheid kon wijzen ten voorbeelde van het nageslacht, maar dat hier de flauwheid een dier triomfen behaalde, waarover het vaderland bloedige tranen zou weenen. Het voorstel der onderhandeling ging door en werd uitgevoerd. — Parma, wetende hoe nabij Leycester was tot hulpe en ontzet, was uiterst gemakkelijk in het toestaan der billijkste voorwaarden; en hoewel van Hemert, staande de onder-