Pagina:Bosboom-Toussaint, De vrouwen van het Leycestersche tijdvak eerste deel (1886).pdf/17

Uit Wikisource
Deze pagina is proefgelezen

van warmte, ijver en volharding, dat er aan de oprechtheid van dien dienst niet met billijkheid kon getwijfeld worden. Het is zoo, hij deed het met die wettische gezetheid op vormen, die althans niet voor ruime Evangelische opvatting van het Christendom getuigde, maar die te meer in den geest was der volksbegrippen, en dier leeraars, die het volk leidden, en die ondanks de bewezen dubbelheid van Reingoud, van dit nieuwe hoofd der Reingoudisten bleven getuigen, »dat hij een goed Gereformeerd Christen was, een oprecht voorstander van de ware religie." Een zulk getuigenis was genoeg om hem ook van die zijde volksgunst te verzekeren; maar dan, de Roomschen meent men, wier partij toch nog talrijk moest zijn in eene stad als Utrecht ter eener zijde, drukte hij die de hand op den mond, en ter andere reikte hij haar zoowel de spijze toe als aan de andere. Twee redenen voor hen om te zwijgen, waar hij naderde; maar hij is intusschen dichtbij gekomen; dus te paard zittende, komt zijne volle, krachtige gestalte nog — forscher uit. En van die hoogte ook overziet hij de menigte, en al beheerscht hij haar niet, als Reingoud, door één blik, zijn klaar en sprekend oog, begeleid door zijne gebiedende gebaren, zijne vierkante schouders, zijn sterke hals, zijne frissche kleur, bij krachtige gelaatstrekken, gaven hem toch genoeg een uiterlijk van materiële kracht, om zwijgende gehoorzaamheid af te dwingen, wanneer hij spreken zal.

Zonder een zweem van aarzeling rijdt hij voort tot in ’t dichtste van ’t gewoel, dat eigenlijk voor hem niet meer dicht is; het heeft zich voor hem gescheiden, met eerbiedige haast, maar altijd toch, tot dicht voor de deur van meester Jan Cornelisz., door het gedrang als versperd; daarom blijft hij stilstaan, ziet om en rond en spreekt:

»’t Sa, mannen! wat zal dit? Is er onlust onder u? Zijn daar malcontenten, die u ophitsen, of is er nood die u dringt? Is