Pagina:Bosboom-Toussaint, De vrouwen van het Leycestersche tijdvak eerste deel (1886).pdf/62

Uit Wikisource
Deze pagina is proefgelezen

»Laat u dat niet hinderen, welwaarde heer! Meent gij de éénige te zijn, die in deze tijden een omweg moet gaan om tot zijn doel te komen?"

»’t Is een omweg! en dat is al te veel;" werd er geantwoord met een zucht; maar daarop begonnen beider stemmen nog meer te dalen, en de luisteraars verwijderden zich, minder uit bescheidenheid dan wel uit wanhoop meer te hooren.