Pagina:Bosboom-Toussaint, De vrouwen van het Leycestersche tijdvak tweede deel (1886).pdf/83

Uit Wikisource
Deze pagina is proefgelezen

vroegere kennissen, die wij reeds bij mevrouwe van Wittenhorst hebben ontmoet. Deze dames spreken onder elkander met schuchtere en fluisterende stem, van de gebeurtenissen van den dag, van de hoop die zij hebben op spoedigen keer ten behoeve harer wenschen, en reeds ongeduldig geworden, beginnen zij Andries te vragen, waar mevrouwe van Wittenhorst blijft, en of master Fabian komen zal?

»Zoolang het uur der samenkomt niet gansch verloopen is, kunnen we nog hopen op beiden," sprak deze voorzichtig; want hij voorzag niets goeds van de onrust, die hij bij de vrouwen zag opkomen; eindelijk heeft zijn luisterend oor opnieuw het teeken opgemerkt, dat hem tot openen noodt, en mevrouwe van Wittenhorst treedt binnen, gevolgd door hare nicht, nog altijd in hare rouwsluiers gewikkeld, en die eene cassette onder haar arm draagt, waarvan Andries zich haast haar te ontlasten.

»Eindelijk zijt ge daar, wellieve vriendinnen!" roepen allen, en de meeste dames zijn opgestaan om haar te begroeten.

»Ja, we zijn daar!" spreekt mevrouwe van Wittenhorst met een zucht, »maar we brengen geene goede tijding.

»Mijne moei spreekt voor haar zelve," zegt de weduwe van Hemert. »Wat mij aangaat is er niets veranderd, ook zal dat…"

»Wat is er, wat kan er zijn voorgevallen?" vroegen allen met de gejaagdheid van den schrik.

»Ik ontrade mijne nichte te gaan…"

»Zoo ga ik ook niet…" zegt eene dame.

»Noch ik! noch ik! noch ik!" roepen drie anderen achteréénvolgend.

»Maar wat hapert er dan?" vraagt mevrouwe van Kenenburg. »hebt gij geen vrijgeleide kunnen verkrijgen?"

»Dat is de zwarigheid niet; hier is het, voor mijne nichte en haar gezelschap…; alleen ik achte beter, dat niemand zich daaraf bediene…: master Fabian is in hechtenis genomen…"