Pagina:Bosboom-Toussaint, Een Leidsch student in 1593 enz (1888).pdf/166

Uit Wikisource
Deze pagina is proefgelezen

afzwervende gedachten met gezetheid te bepalen bij… ik weet niet meer welke breedvoerige toespraak van Cicero, die zeker hare belangrijkheid zal gehad heb ben voor diens lands- en tijdgenooten, maar die althans niet de mérite de l’apropos had voor onzen jeugdigen student, welke er dies ondanks met zulke oplettendheid naar luisterde, dat hij den blik niet eens afwendde bij het binnentreden van de la Rivière, die, om geene stoornis te geven, zwijgend in alle stilte op eenigen afstand plaats nam, en dien geheimen kamp, voor zijn blik zeer kennelijk, met sprekende belangstelling een tijdlang gadesloeg; de naïeve Zwaerdecroon, zeer verheugd dat de oorzaak der verstrooiing eindelijk geweken was, stelde zich voor, de geledene schade door een verlengd leeruur in te halen, en scheen de wenken van Amelisz in zijn ijver niet op te merken of niet te begrijpen; maar de la Rivière maakte er een eind aan; — hij stond op, trad naar de tafel toe, en het leeggeloopen uurglas omkeerende, zeide hij glimlachend: »Meester Zwaerdecroon, uwe klassieken hebben hun tijd gehad, gun mijne landtaal en letteren nu ook hare rechten!"

»Het is waar, mijnheer, ik vergat zoo wat mijn tijd! maar de Jonker vond zooveel smaak in die uitnemende eloquentie……! dat…"

»Waar blijven toch de Prounincks!" viel op eens Floris in, met zeker ongeduld het boek dichtslaande, waaruit al die eloquentie hem toesprak, en opspringende stoof hij naar het venster .

Amelisz en Zwaerdecroon niet gewoon op zoo onhoffelijke wijze hun afscheid te krijgen, zagen eerst elkander aan en daarop den Gouverneur, die even de schouders ophaalde en fluisterend een paar woorden wisselde met Amelisz; deze verwijderde zich daarop met Zwaerdecroon.

»Ge snakt naar lucht, cher enfant! in trouwe men stikt hier," sprak de la Rivière, zich mede naar het venster begevende en een der raampjes openslaande, »meester Zwaerdecroon vergeet wat al te veel de zorg voor het stoffelijk welbevinden. "

Floris gaf geen antwoord, hij hield strak het oog gericht op de scherpblauwe lucht, en scheen de drijvende wolkjes na te staren.

»Monsieur le Comte," hervatte de la Rivière meer deftig, »het komt mij voor dat gij heden geen hoofd hebt voor de studie, de