Pagina:Bosboom-Toussaint, Een Leidsch student in 1593 enz (1888).pdf/192

Uit Wikisource
Deze pagina is proefgelezen

Het gelaat van den jongen Graaf stond op eens in gloed; maar hij meende van machtige zelfbeheersching blijk te geven, toen hij er ook lachende op volgen liet, »en verder onder den vorm van allerlei landelijk vermaak, waarvan ik het mijne wilde hebben… zoolang en zooveel als het slechts zijn kon."

»Wie kan zoo nurksch zijn, u dat ten kwade te duiden; men laat u niet voor niet de Bucolica lezen!"

»Ik voor mij was niet zoo zeker van zulke goelijke opvatting, al trachtte ik het voor de anderen te verbloemen, en… en…"

»Daarom hieldt ge rancune tegen mij, te midden van uwe pastorale?"

»Zoo was het! zelfs de gedachte aan uwe onrust verwekte in mij toorn en verbittering, de ongedwongen vroolijkheid van die jongelieden, die zich niet eens een denkbeeld konden maken, hoe wonderlijk het mij te moede was onder het genot van die gestolen vrijheid, deed mij het drukkende mijner gewone afhankelijkheid te sterker voelen; ja, het was mij zelfs of ik den last er van nooit voor dezen dus had gekend en gesmaakt, als juist toen ik die voor eene poos had afgeworpen, met de zekerheid, dat ze mij weer zou worden opgelegd. Den last zeg ik… de beschaming moest ik zeggen, de spijt, de innerlijke ergernis! toen ik bemerkte hoe deze vreemden gansch niet onbekend waren met mijn toestand, hoe sommigen er mij om beklaagden, anderen er over spotten… sommigen zelfs hunne verwondering toonden, dat ik er mij niet over heenzette, en mij als het ware uittartten om alles te braveeren…"

»En. ,… Francijntje Lantscroon, wat zeide die er toe?"

»Zij! zij! o, mijnheer gij weet niet welk een goed, lief meiske zij is!" riep Floris hartstochtelijk.

»Ik kan mij toch wel een denkbeeld maken hoe lief en goed zij u voorkomt, mon cher !"

»Voorkomt! Meent ge dan dat zij zich anders zou voordoen, dan ze is?" vroeg de jonge Graaf, terwijl hij plotseling bleef stilstaan en zijn arm uit dien van de la Rivière wilde wegtrekken.

»Mais non cher comte! als ik dat meende, zou ik mij wel wachten u dat te zeggen… het zou het zekerste middel wezen om bij u in ongunst te geraken," gaf de la Rivière lachende ten antwoord.