Pagina:Bosboom-Toussaint, Een Leidsch student in 1593 enz (1888).pdf/456

Uit Wikisource
Deze pagina is proefgelezen

kostelijker om haars zoons wille. Vijfmalen reeds waren aanslagen op zijn leven beproefd doch mislukt, en de Prins bleef moedig, zorgeloos bijkans, zich overal begeven waar de plicht hem riep, midden onder ’t volk, tusschen vreemden en vrienden in, zich toegankelijk stellende voor iedereen, die gehoor verlangde of een smeekschrift had aan te bieden. Zelfs het bloedige verraad van een Jaureguy had hem van die gewoonte, om zoo licht toegankelijk te zijn, niet genezen. Wie waarborgde haar dat niet een tweede booswicht of geestdrijver zijn geluk zou beproeven en slagen? Oranje had zijn leven gesteld in de hand van God. Was het zeker dat zijn Abrahams-offer niet zou worden aangenomen?

Kan men zich eene vrouw denken, die het leven vroolijk en onbekommerd zou genieten, met zulk een vraag in het harte? En zoo zij bestaanbaar is, Louise de Coligny was zeker die vrouw niet. Haar had het leven reeds vroeg te veel smart, te veel beproevingen opgelegd, om niet den ernst des levens gevat te hebben, schoon nog op jeugdigen leeftijd. Zij — zij had al de kracht van haar geloof, al de overgave van het oprecht Godsvertrouwen noodig, om met dien angel in de borst haar echtgenoot rustig zijns weegs te zien gaan, waar hij zich van haar verwijderen moest om andere steden, andere provinciën te gaan bezoeken, en kalm en opgewekt aan zijne zijde te staan, waar hij tot haar weerkeerde.

Wat een vriend als de Villiers in zulke dagen voor haar moet geweest zijn, kan men zich denken, al vindt men zijn naam niet aangeteekend op dit tijd punt als haar raadsman en trooster. De diensten in de stille binnenkamer verleend aan eene bekommerde vorstin in haar strijd tegen de angsten en de zorgen van den dag, behooren niet tot het gebied der historie; toch kan men zijn invloed waarnemen, als men lust en zin heeft voor zulk onderzoek, en de man tot wien zich zelfs eens Johan van Nassau wendde, als het teere geloofs- of gewetensquaestiën betrof, zal de vrouw, die zich eenzaam en verlaten voelde te midden van een woelig en bont hofgezin, door zijne krachtige toespraak en zijn vast geloof, opgewekt en gesterkt hebben, zoo vaak de worsteling in haar binnenste tegen namelooze zielsangsten haar te sterkt werd, zoo vaak zij behoefte had om zich voor een vertrouwden vriend uit te spreken. Hij wist dan hare bezorgdheid