Pagina:Bosboom-Toussaint, Het Huis Honselaarsdijk in 1638 enz. (1886).pdf/157

Uit Wikisource
Deze pagina is proefgelezen

met onversaagdheid afgewacht, een dood met den degen in de hand zou hem niet doen verbleeken; maar zijne weerloosheid tegen zulk eene partij en de afschrik van eenige vreeselijke verminking troffen hem zoo geweldig, zelfs toen het gevaar voorbij was, dat hij bleek werd, wankelde en zou zijn neergevallen. zoo Diedrik hem niet goedhartig den arm had gesteund, terwijl hij zeide:

— Wees gerust, Mijnheer! ’t is voorbij, ’t is gansch voorbij , en ziedaar… ook met mijne heftigheid, mijn toorn, vergeef mij?

De l’Espine was verre van te zijn hetgeen men gewoonlijk noemt een goed mensch; maar de natuurlijke edelmoedigheid van zijn hart was getroffen door de edele eenvoudigheid, waarmede Diedrik zijn leven had geveiligd te midden van den heftigsten strijd, en hij sprak nu, terwijl hij zijn arm zachtkens losmaakte:

— Ik heb niet dan u te danken, vergeef gij veeleer mij! en hij stak hem zijne hand toe.

— Neen, ik heb ook schuld, mijne rouwe halsstarrigheid moest uw toorn wekken; alleen gedoog nu mijn rustig hier blijven, en gij zult mij gerechtvaardigd zien.

— Ik heb u niets toe te staan en niets te verbieden, bekende de l’Espine met neergeslagen oogen, en een weinig schaamrood op het voorhoofd, want hij voelde zich in tweederlei zin de overwonnene.

— Gij hebt gelijk, René ook zijt gij aan Mijnheer, wie hij ook wezen moge, te zijner tijd volle genoegdoening schuldig!

Het was de Landgraaf van Hessen, die dele woorden zeide, en die sinds eenige minuten getuige was van hetgeen er voorviel; maar hij was niet als de eenige getuige dáár, de Prinses Louise, aan wie niemand intusschen had gedacht, zelfs niet haar broeder, die veel te veeloplettendheid gaf aan den strijd; zelfs niet eene mijner lezeressen en zelfs niet ik, die toch wat zorg behoorde te geven aan mijne heldinnen; maar het toeval, de deus ex machina van alle romanavonturen, is vriendelijker voor haar geweest dan een van ons alle, en heeft haar een zachte meewarige vrouwenhand aangevoerd, die zich liefderijk met haar bezig hield, want had de angst over dit gevecht haar reeds tot