Pagina:Bosboom-Toussaint, Het Huis Honselaarsdijk in 1638 enz. (1886).pdf/386

Uit Wikisource
Deze pagina is proefgelezen

en het meest; maar op de onschuldigen, op de edelen, op hen vooral, waarbij de staat het hoogste belang had, die in de republiek den hoogsten rang bekleedden en waarvan zij de grootste diensten wachtte, hetzij door hunne daden, hetzij door het gebruik, dat zij maken konden van hunne personen of goederen.

Uit de beide laatste oogpunten was Felicia Manolessa belangrijk voor Venetië Haar vader, de Procurator Stefano Manolessa, had zich schuldig gemaakt aan een verraad tegen de republiek, en was met den dood gestraft; zijne twee zonen, waarvan de oudste deelgenoot was geweest van zijns vaders ontwerpen, waren gevlucht, maar de moeder Bianca Justiniani, van een oud en rijk geslacht, dat meer dan één doge had gegeven aan Venetië had haar vaderland meer bemind dan haren gemaal, en had van hare trouw zóó schitterende blijken gegeven op een der beslissende oogenblikken van de samenzwering haars gemaals, dat de Raad van Tienen — ware het slechts alleen om het voorbeeld — geen der gevolgen van Stefano’s misdaad op hare schouderen kon laten nedervallen, en niet als gewoonlijk de onmetelijke schatten van den grooten schuldige, door verbeurdverklaring, zich toeëigenen. Bij Bianca’s dood en de ballingschap der zonen kwam die rijke erfenis op het hoofd der eenige dochter — kroon van goud en diamanten samengevlochten, maar die zwaar moest drukken op zoo jeugdige lokken; ook had de republiek door hare aanneming zich terstond verzekerd, zoo niet van hare erfenis, ten minste van de beschikking over hare persoon en fortuin. Zoo behield Venetië nog altijd meer dan een middel om de schade in te halen, die zij zich oplegde uit politieke edelmoedigheid.

Maar ondanks het waakzaam oog, dat zulke voogden houden moesten over zulk eene pupil, vinden wij deze op dit oogenblik, in den prachtigen tuin van het paleis, dat zij bewoont, zonder eenige omringing, en in zulk gezelschap, als ten allen tijde door jonge dames — ze mogen vorstendochters zijn of gewone jonkvrouwen — meer behagelijk wordt geacht dan door de leiders harer jeugd.

Wel is de houding van den jongen man uiterst schroomvallig en deemoedig zelfs, maar zoo hij zijn hoofd ophief, gij zoudt