Pagina:Bosboom-Toussaint, Het Huis Honselaarsdijk in 1638 enz. (1886).pdf/388

Uit Wikisource
Deze pagina is proefgelezen

stelling. Daar klonk hem niets toe uit die afgepaste woorden, dat van smart getuigde.

— Mijne voogden vonden niet goed dat ik uiterlijken rouw zoude toonen, waar de republiek geen trouwen zoon te betreuren heeft, antwoordde zij luid en vast; maar hij zag door hare neergeslagen wimpers heen een traan glinsteren, die te Venetië zeker misdaad moest zijn, want toen hij verder vroeg: — En uw hart, signora, is dat even volgzaam aan de republiek als uwe kleeding? antwoordde zij schielijk en op den voorgaanden toon:

— De republiek moet altijd gehoorzaamd worden;… daarbij ik heb mijne broeders weinig gekend.

— En zijt weinig geleerd hen te beminnen, dat begrijp ik; hernam hij, zeker wel wat scherp voor een plebejer; maar zijn gevoel was diep gewond en onder een zucht riep hij uit: Arme Francesco! arme meester! Die ontvangst hadt gij niet voor mij gewacht, toen gij mij zoo ernstig hebt aanbevolen uw laatsten groet, uwe laatste bede, en uw laatste geschenk aan uwe eenige zuster over te brengen…

— Matig u, messer! matig u, riep zij verschrikt, om uws zelfs wil, om den mijnen. Gedenk dat wij altijd zijn als onder het oog van Drie omhoog (i tre di sopra) en zij sloeg de oogen neder, terwijl zij een vinger ten hemel hief, als om zich dubbel verstaanbaar te maken: — zooveel liefde, zooveel trouw te toonen voor uwe verbannen meesters kon u schaden… en haar lief gelaat zoo dicht naar hem toewendende, als zij slechts kon, terwijl hij zich tot haar nederboog, vervolgde zij zacht, zacht, alsof het lichtste tochtje door granaatbloesems suisde: — gij weet niet hoe de Geduchten het oog op mij houden, en hoe zij alles vreezen en haten wat mij aan de geliefden herinnert; gij, weet niet, messer, hoe ongelukkig ik ben.

— Ik begrijp het, signora mia, ik begrijp het; want het maakte u hard… hernam hij zooveel mogelijk op denzelfden toonval. Ik weet nog, hernam hij iets luider, dat de muren te Venetië van glas zijn; maar hier in de vrijheid der natuur… nu wij alleen zijn… hier, zoo ergens, kunt gij uw gevoel uiten zonder schroom; de bladeren luisteren niet, de boomen zijn geen spionnen!