Pagina:Bosboom-Toussaint, Het Huis Honselaarsdijk in 1638 enz. (1886).pdf/396

Uit Wikisource
Deze pagina is proefgelezen

een gericht gedagvaard (de avogador maakte het bekende gebaar) waarvan de uitspraken zonder beroep zijn. Eene maand lang duurde het, eer hij tot de zijnen is teruggekeerd. Zijne bedienden hadden moeite hem te herkennen; hij was verbleekt, vermagerd en van vroegere levenslust tot uitputting van lichaam en geest vervallen.

— Ja, zuchtte Felicia, nog sterker sidderende, men zegt dat hij in zijn verstand verward is, door hetgeen hij geleden heeft. Pietro haalde de schouders op en vervolgde toen: — Men onderstelt dat hij die maand onder de lood en daken heeft doorgebracht… deze nobile was een der dapperste en edelmoedigste jongelieden van Venetië, die in meer dan één zeestrijd de banier van St. Marcus had doen zegevieren; hij was een zoon uit het geslacht der Zeno’s.

Manfrede Malipieri had eerst getracht in kalme aandacht te luisteren, maar onder den indruk van zoo vreeselijke feiten, voorgedragen met koele eenvormigheid van toon, als iets dat de spreker voorlas, en dat hij woordelijk van buiten had geleerd, zonderdat de zin dier woorden voor hem beteekenis had, werd het hem zoo akelig, en zoo bang, voelde hij zich zoo verootmoedigd, zoo neêrgedrukt, zoo geheel in de macht van dien man, dat hij langzaam en zwijgend en misschien zonder zelf te weten wat hij deed, op zijne knieën was neêrgezonken en het hoofd diep op de borst neêrgebukt, als een andere even schuldige, die niets had te doen dan een gelijk vonnis af te wachten.

De oude senator vervolgde met hetzelfde onbewegelijke gelaat, en dezelfde eentonige stem:

— De dag vóór Hemelvaart van ditzelfde jaar, bij den Gorso in ’t kanaal Guaddeccio, heeft een jonge patriciër met zijne gondel zonder tusschenpoos de gondel verzeld, waarin de signora Felicia plaats had genomen, om naar den wedstrijd der Batelle te zien, heeft zich in den loop van dien dag meermalen in ’t heimelijk met de signora onderhouden, en heeft den volgenden, na het eindigen van de Regata de jonkvrouw in den avond naar huis gevoerd in hare eigene gondel. Bij het uitstijgen daarvan en het opstijgen van den trap, heeft hij haar in vele hartstochtelijke woorden gesproken over het geluk van die beide dagen, en heeft tot afscheid haar den zoom van het kleed gekust, toen zij haar paleis binnenging. Op haar toilet vond de signora ’s morgens een