Pagina:Bosboom-Toussaint, Het Huis Honselaarsdijk in 1638 enz. (1886).pdf/397

Uit Wikisource
Deze pagina is proefgelezen

prachtigen waaier… maar de gever stond op datzelfde uur reeds terecht voor de geduchte rechtbank der geheime politie, hij onderging de pijniging der estrapada, tot twintigmalen toe, eer hij kwam tot de bekentenis van genoemde feiten, en is daarna uit Venetië gebannen, totdat de Raad van Tienen zal goedvinden hem terug te roepen.

— Wellicht na mijn huwelijk! Gij ziet wel, Manfrede, ook aan dezen was ik verplicht den Doge gehoor te geven, sprak Felicia onbedacht.

De avogador wierp haar een strengen blik toe en hervatte: De patriciër was toch een jonkman van verdiensten, heette Marino Zani en was zoon van Pietro Zani, avogador del Comun voor dit jaar!

— Hemel! dat was uw eigen zoon! riep Manfrede met eene stem vol ontzetting.

— De magistraat heeft geene zonen dan die der republiek… en nu, signor Manfrede Malipieri, wat dunkt u van uwe onschuld, in vergelijking met hunne schuld?

Hij boog zijn hoofd nog dieper en zeide alleen:

— Monsignor! ik heb mij slechts te onderwerpen aan het vonnis, dat de avogador over mij zal spreken. Ik kan niets aanvoeren tot mijne verontschuldiging, dan de overmacht van een gevoel, dat bij de republiek niet in rekening komt. Ik zou zelfs niet eens mijne vergiffenis willen koopen met de verzekering, dat ik berouw heb van mijne overtreding. Ik hoop moed te vinden om te sterven; ik zal nooit moed hebben tot zulk een leugen.

De avogador zweeg een geruimen tijd, en bleef altijd strak en scherp op hem zien, zonder een enkelen trek van medelijden op het gelaat. Het snikken van Felicia alleen brak de gespannen stilte af. Zij hield de linkerhand van den avogador in de beide handen gevat, en omklemde die met zwijgende smeeking. De angst maakte haar het spreken onmogelijk.

— Zoo zoudt gij na deze voorbeelden nog den moed hebben om te bekennen, dat gij de signora Felicia Manolessa bemint, en haar om wederliefde hebt gesmeekt, om dit te verklaren aan den Doge, aan den Raad van Tienen! Bedenk dat hunne vonnissen niet tot een eervollen dood voeren…