Pagina:Bosboom-Toussaint, Het Huis Honselaarsdijk in 1638 enz. (1886).pdf/418

Uit Wikisource
Deze pagina is proefgelezen

— Wat een man vermag om eene vrouw te redden zal gedaan worden, hernam Manfrede, haar de hand drukkende.Wee over mij! ik ben het, die mede deze strik over u heb geworpen; ik had niet met u moeten terugkeeren… of niet moeten gaan. Ik had beter moeten weten wat men voor had, eer ik volgde, nu begrijp ik alles; dit is om mij het terugtreden onmogelijk te maken.

— Te moeten blozen voor geheel het volk; voor den verzamelden adel! riep zij wanhopig, en scheurde in hare verwarring haar prachtigen sluier vaneen, terwijl zij er zich het gelaat mede dekken wilde. Zoo wij nog hunne aandacht konden ontgaan, zoo wij nog terugvoeren tot het kleine kanaal… vroeg zij, Manfrede biddend aanziende.

— Neen, hernam hij vast, hoewel zijne zwarte oogen glinsterden door tranen van spijt en berouw. Neen, Felicia, dat redt immers niet uwe eer! niet uw naam!

— Neen, maar het zou mij veiligen voor persoonlijke beleediging.

— Daar zal ik u voor veiligen, Felicia, zoo niet God en de Heiligen tegen mij zijn, zoowel als de menschen!

— Wil toch beproeven of wij niet terug kunnen, drong zij, en hij wenkte den gondelier om een bevel te geven; maar het was reeds te laat.

Wachten omringden de trap, waar de gondel landen moest; zij werden gedwongen zich te vertoonen… aan wal te treden… Felicia werd herkend!

Vreeselijke kreten van afkeuring troffen haar oor. Een oude senator trad vooruit en sprak streng tot de jonkvrouw:

— De dochter van St. Marcus, eene Manolessa, die Bianca Justiniani tot moeder had, zich vrijwillig te laten ontvoeren door een verleider! De schande die hiermede over haar komt en die zij over Venetië brengt, is zoo groot, dat niemand nog de diepte daarvan heeft durven meten, dat niemand nog heeft gedacht aan de straf, die haar treffen moet.

— Daar doet men wel aan! Uitnemende heer!… antwoordde Manfrede vooruittredende, en als besloten haar te rechtvaardigen tot iederen prijs, want de signora heeft zulke schuld niet! Breng mij voor den Raad en laat af van de signora.