Pagina:Bosboom-Toussaint, Het Huis Honselaarsdijk in 1638 enz. (1886).pdf/430

Uit Wikisource
Deze pagina is proefgelezen

loosheid, het waagstuk had gepleegd om zijne plaats in te nemen.

— En hieldt gij mij voor zoo zwak een republikein, dat gij mij geen deelgenoot durfdet maken van die ontdekking?

— Men oordeelde u een al te streng vader, om er u kennis van te geven; dat gij het niet geweten hebt, is nu nog uw beste troost.

— Gij hebt gelijk! hernam Pietro Zani, en drukte hem de hand, terwijl hij vervolgde: dus, was hij schuldig.

— Veel schuldiger dan door dit kleine bedrog. De verbittering over zijne ballingschap had zijn karakter ontwikkeld op eene wijze, die der republiek gevaarlijk zoude zijn geworden, en Zijne Doorluchtigheid de Doge had de zwakheid gehad, hem het terugkeeren te vergunnen, na het huwelijk der signora Felicia. Vraag niet verder, en dank het mij dat hij hier ligt, en niet staat door u tusschen de kolommen van ’t St. Marcusplein. De oude avogador boog het hoofd en zeide alleen:

— ’t Is genoeg.

Sirnone Cornaro had zich intusschen bemoeid Manfrede op te richten en te steunen, en ook de Doge was bij hem en sprak hem toe met goedheid. — Manfrede Malipieri! als Hertog van Venetië heb ik u geen verwijt te doen. Gij hebt den zwaarsten eisch volbracht, dien men aan u doen kon, de rechtmatigheid van dien eisch mogen zij verantwoorden, die het recht hadden u dien op te leggen; alles wat u is toegezegd, zal u gehouden worden; maar Nicolaas Trono zou als man, als edelman, eene groote grieve tegen u hebben, zoo hij niet als Vorst, en als Christen wist te vergeven. Neen zwijg… en zeg geen woord, om u te verontschuldigen. Felicia Manolessa heeft zich zooeven aan mijne voeten geworpen, en alles opgehelderd, wat mij in haar gedrag en het uwe onverschoonlijk scheen.

— En nu volg ons en laat u verplegen; de republiek wacht van u groote daden; en vóór den morgen moet uw huwelijk voltrokken worden, opdat het woord van een patriciër aan het volk van Venetië niet een logen worde bevonden. Maar gij zult uwe bruid ontvangen uit de hand van uw Vorst, en haar niet ontschaken uit het paleis van haar verloofde. Malipieri’s gelaat gloeide van vreugde en beschaming beide, en met zwakke, doch