Pagina:Bosboom-Toussaint, Het huis Lauernesse (1885).pdf/125

Uit Wikisource
Deze pagina is proefgelezen

Eerst toen eene bekentenis hem was ontsnapt, begreep zij zich zelve, voelde hem te beminnen met al de innige liefde, die hare gloeiende en sterke ziel omvatten kon. Bij een meisje als Johanna was de gedachte van liefde en huwelijk dezelfde. Herman Machielsen, de Antwerpenaar, was van een ander gevoelen: hij had gemeend een licht spel te hebben met de deugd van de eenvoudige Stichtsche; een dieper blik in haar karakter echter overtuigde hem van het tegendeel. Een snel opgevat ontwerp van verleiding gaf hij voorzichtig op, maar zag daarom niet af van de voordeelen, die Johanna’s genegenheid hem waarborgde. Zijne oudste broeder zoude aan het hoofd staan van zijn vaders handelhuis; hij zelf zag zich dáár slechts eenen tweeden, eenen ondergeschikten rang toebedeeld. Zich in te vleien in de geëerde en degelijke zaken der Bakelszen, onder de bescherming van eene nauwe betrekking zich tot eenen lichteren prijs meester te maken van hun vertrouwen en van hunnen eigendom, was een boos en listig uitgedacht plan, dat maar al te goed gelukte. Hij verliet Utrecht met de verzekering van Johanna’s toestemming en die harer moeder, zoo zijn vader voor hem eene huwelijks-aanvrage deed. Zij bleef niet lang achterwege; maar zij ging vergezeld van een voorstel, om aan de broeders der aanstaande bruid eenen uitkoop te doen, waardoor de fabriek in handen van Machielsen konde overgaan, die zich te Utrecht zoude nederzetten. Dit aanbod was niet geheel verwerpelijk. Geen der beide broeders had eenige zucht, om de vaderlijke hanteering op te vatten. Alleen om haar niet in de handen van geheel vreemden te zien overgaan, had de wakkere jonkvrouw haar op zich genomen; maar ze voorzag zeer goed, dat er wellicht zwarigheden konden oprijzen, door geene vrouwelijke krachten te tillen of te ontwikkelen. Haar verloofde, de man, die haar echtgenoot zoude zijn, was geen vreemde, was na de broeders het eerst tot de opvolging gerechtigd, toen zij zoude alle zorgen Voortaan kunnen wegwentelen op hem. Aernoud, de voogden van den jongeren zoon, de moeder; allen hadden vrede met deze schikking; de uitkoop geschiedde tot eenen zeer redelijken prijs, en de Antwerpenaar vestigde zich te Utrecht. Het huis, dat hij ging bewonen, werd opgesierd met al de verfijning der