Pagina:Bosboom-Toussaint, Het huis Lauernesse (1885).pdf/241

Uit Wikisource
Deze pagina is proefgelezen

»Door de dienstmaagd der weduwe, die schreiende en gillende bij de buren is komen inloopen om ontzet, daar ze vreesde, dat er met der daad moord en doodslag plaats vonden in het huis harer meesteres.”

»En toen……”

»Toen heeft het meer dan een uur geduurd, eer die van het Gerecht ter hulpe kwamen. Gij kent den tragen en omslachtigen gang van onze stedelijke rechtsbedienaren; zoodat, toen men eindelijk te middernacht tot het onderzoek overging… werd er niets gevonden dan het lijk der vrouw van het huis, die blijkbaar van ziekte gestorven was, eenig bloed ter zijde van de deur, en veel verwarring in het vertrek; allen, die ondersteld werden dáár geweest te zijn, hadden tijd genoeg om te ontkomen.”

»Geloofd zij God!’. sprak de Vicaris, met bleeke lippen. »Het zou te groote jammer en ellende zijn geweest, die daaruit voort kon spruiten!”

»Mijn Heer de Schout is opmerkelijk schrander in onderstellingen,” riep nu de Bisschop; »schade slechts, dat hij niets weet! De dienstmaagd, hard geperst, heeft van Lutherij gekald en van aianslag; maar dat heeft door niets schijn van waarheid. Wij wenschen in trouwe meer helderheid in deze zaak. Mijn Vicaris! ge zijt zonderling bewogen. Uw uitroep en geklag toonen, dat gij er beter van onderricht zijt, dan één van ons, de voorzienige heeren van het Gerecht er onder gerekend; wij bevelen u dus niet langer dus vreemd en bescheiden te zwijgen, en veeleer te spreken openhartig en met waarheid.”

»Ik zal spreken,” hernam Boudewijn, zichtbaar getroffen, »ik zal spreken, schoon het mij pijnt, meer dan ik klagen kan; maar, Heer! geloof dit, eerst uwe ophelderingen gaven mij er vrijheid toe, want wat tot mij gezegd werd met woorden van wilde wanhoop, was te onsamenhangend, te zeer verward en te veel zweemende naar uitzinnige zelfbeschuldiging, om te worden oververhaald als getuigenis, zonder betere inlichting. Ik heb den jongen Hopman Bakelsze gesproken, nadat hij weggevlucht was uit het huis zijner moeder.