Pagina:Bosboom-Toussaint, Het huis Lauernesse (1885).pdf/268

Uit Wikisource
Deze pagina is proefgelezen

Godsdienstbegrippen met haar samenstemde; nu had ze hem geheel in haar vertrouwen laten deelen, en wist weldra, dat ook hij voortgegaan was en heimelijk een belijder geworden van de gezuiverde leer. Zij verborg hem niet wat zij er reeds voor had opgeofferd en hoe zij er nog dagelijks voor leed; en die beiden steunden en sterkten elkander in het vrome voornemen, om dien goeden strijd standvastig te strijden, en dien voor lief noch leed, voor menschenvrees noch voor menscheneer op te geven, of te verzaken. De Bisschoppelijke kapelaan was somtijds getuige van die gesprekken en van die geestdrift, en zoo hij er toenmaals niet volkomen mede instemde, later bleek het dat hij gereed was van denkwijze te veranderen, zoo ras hij zich overtuigd hield, dat er eene betere was.

Op raad van sommige vrienden had Ottelijne zekeren Augustijner, die niet te streng Pausgezind was, aangenomen tot biechtvader voor de lieden van haar huis. Deze las de mis in hare kapel, tot groote blijdschap van Donna Teresia, die het moeielijk begon te vinden dagelijks naar een der naburige kloosters te moeten heensukkelen, met weinig goeden wil begeleid door Enriquez of door eenen der bedienden, en die toch nog genoeg verheven zelfbeheersching had, om, door hare louterende tegenwoordigheid, wel de beschermengel te willen blijven van Lauernesse, dat in deze dagen van ketterij en verkwisting de gebeden en het huishoudelijk toezicht der vrome dame evenzeer noodig had, bij al die gasten, die af- en aanreisden, die dagen en weken bleven vertoeven, die de vastendagen vergaten en die er uitzagen, als hadden zij sinds langen tijd in de biecht geene absolutie gehad. Nooit echter verwaardigde zij zich meer met gasten of gastvrouw aan te zitten, die beiden ook haar volgaarne van dien last ontsloegen. Met haren zoon trok zij zich meestal in haar torenkamertje terug, terwijl niemand den armen Enriquez haar gezelschap benijdde.

Nu wij weten, hoe het leven onzer Jonkvrouw rustig voortvloeit, hoewel ook niet gelukkig, kunnen wij iets van onze aandacht geven aan andere personen.

Het eerste treft ons Aernoud. De ongelukkige, die zich aan