Pagina:Bosboom-Toussaint, Het huis Lauernesse (1885).pdf/285

Uit Wikisource
Deze pagina is proefgelezen

hoorzaamheid hadden opgezegd, en waar ze toch zoovele kinderen telde, die de verbeterende tuchtroede hoog noodig hadden? waarom niet begonnen dáár, van waar hij zelf had erkend, dat men beginnen moest? waarom niet uit Rome, het brandpunt van zijne macht? Omdat Adriaan VI niet de man was met den krachtigen wil, met den volhardenden en zelfstandigen geest, met den ondernemenden moed, die hij had moeten zijn; omdat hij terugschrikte tegen de groote zondaren rondom hem, die zich met opgerichten hoofde tegenover hem plaatsten; omdat hij den strijd alleen maar zijdelings durfde wagen en niet rechtuit, in vreeze van tegenstand; omdat de Italiaansche doorslepenheid een net om hem had heengeweven, dat hij voelde, doch zonder de kracht te hebben om het los te scheuren, of de behendigheid om het los te knoopen; omdat hij zoovele en zoo fiere hoofden had moeten vernederen, om machtig werkende voorbeelden te stellen; omdat er misbruiken moesten uitgeroeid worden, die zij allen zouden beschermen met onbeschaamde stoutmoedigheid, en met al de kunstenarijen der list, omdat hij wel tegen zijne Nederlandsche vrienden heeft geklaagd over de onmacht van eenen Paus, die het goede wil, maar niet heeft beproefd, wat een Paus kan, die met ernst zijnen wil doorzet; omdat het laf bejammeren van eigen verloren levensgenoegen niet de stemming is van een groot man, wien het hart sneller klopt en de borst hooger zwelt, bij het denkbeeld zich geplaatst te zien op eene hoogte, van waar hij de weldoener der Christenheid kan zijn; omdat, in het eind, deze Kerkvoogd noch behendig staatsman was, noch groot regent, omdat hij een eerwaardig Hoogepriester had kunnen zijn in tijden van rust, als het er alleen op aankwam om door eigen voorbeeld te stichten, maar een zeer middelmatige Paus was in eenen tijd, toen Rome Sixtus V noodig had en niet Adriaan VI. Hij stierf snel na het sluiten van een verbond tusschen Karel V, Hendrik VIII van Engeland, Lodewijk van Hongarije en sommige Italiaansche Vorsten, dat eene der voornaamste uitkomsten van zijn staatkundig leven is geweest en dat in zijne bedoeling bestemd was om de zedelijke kerkhervorming te steunen en door te zetten; doch de namen, die wij hierbij genoemd vinden,