Pagina:Bosboom-Toussaint, Het huis Lauernesse (1885).pdf/304

Uit Wikisource
Deze pagina is proefgelezen

om ze te leiden. Margaretha Post was haar te vroeg ontvallen. Haar broeder Philips begreep wel hare waarde, maar hij zelf was onmachtig om iets voor haar te doen, en vergoedde slechts in oprechte broedermin, wat hij haar door anderen voor leeds zag toebrengen. Zijn vriend Karel moest haar kennen, zij moest het klaverblad der vriendschap voltooien: zij werd meer, zij werd er de geur van en het sieraad. Zij verzelde Anna nooit ten Hove. Hoe armzalig eene houding had het bedeesde kind er gemaakt! Veelmalen bleven de jongelingen uren lang in vrijheid met de Jonkvrouw samen. Maria won er zooveel bij, gekend te zijn, en Egmond beminde haar vóór hij nog den hartstocht begreep, en Egmond was voor Maria’s donker leven de eerste bezielende lichtstraal! Juist die scherpe verscheidenheid van karakter vormde hen voor elkander; de vurige jongeling, in wiens borst reeds de kiem lag van al de deugden van eenen koenen, ondernemenden geest, die heerschzucht voelde, maar haar nooit had mogen toepassen, moest zich eene geliefde wenschen als deze, zacht, buigzaam, onderworpen, plooibaar; en alles wat eenen gewonen jongeling van haar zou hebben afgeschrikt, trok den avontuurlijken Prins tot haar aan, zóó gelukkig waren zij, dat zij toekomst en vreeze er bij vergaten. Ondertusschen riep Maximiliaan, na den vroegtijdigen dood zijner jeugdige gemalin, voogd gebleven van zijnen zoon, de jonge Vorsten tot het werkdadige leven op. Gent en andere Vlaamsche Steden wilden zijne voogdijschap niet erkennen, en hadden hem zelfs den jongen Graaf ontweldigd. Hij wilde zijne rechten met de macht der wapenen handhaven, en de onlusten ontvlamden in eenen feilen binnen1andschen krijg. Karel van Egmond zou de eerste proeve zijner dapperheid afleggen in dezen oorlog. Onbewust gebleven van het onrecht, hem zelven aangedaan, had hij nog niet geleerd, dat hij eene andere zaak te verdedigen zou hebben, dan die van den Aartshertog, en dus greep hij met drift naar de eerste gelegenheid tot daden, die zich hem aanbood. Met Maria’s kleur gesierd, met hare beste wenschen begeleid, de verbeelding gloeiend van stoute droomen, van zegen, overwinning en eere, trok de jonge Vorst met zijnen Veldheer mede. Bij Den-