Pagina:Bosboom-Toussaint, Het huis Lauernesse (1885).pdf/305

Uit Wikisource
Deze pagina is proefgelezen

dermonde deed hij van zich spreken; bij het innemen van Oudenaarde, onderscheidde hij zich, en het was verder een moeilijke, maar leerzame proeftijd, dien hij had doorgebracht, toen eindelijk Vlamingers en Gentenaars, den oorlog moede, in 1485 den vrede maakten, en hunnen Graaf teruggaven in de handen van zijnen vader. Na een vluchtig wederzien van zijne Maria, volgde Egmond den Aartshertog naar Frankfort, waar de Rijksvorsten bijeen waren tot het kiezen van eenen Roomsch-Koning. Op Maximiliaan zelven bepaalde zich hunne keuze, en Karel ontving, bij diens kroning te Aken, met meerdere Edelen, plechtig den ridderslag van den nieuwen Keizer. Maar de oorlog met Frankrijk, die weder opvlamde, gunde den jongen Ridder nauwelijks den tijd, den kostbaren sluier, door zijne Dame gestikt, uit hare handen te nemen en om zijnen schouder te slaan. Hij moest zich voegen bij het leger in Artois. Een korte krijgstocht zou de dat voor hem zijn, evenals die ongelukkig was voor zijnen veldheer. Reeds bij Béthune werd de jongeling gevangen genomen, naar Frankrijk weggevoerd, en eerst in 1498 kwam hij naar Vlaanderen terug; maar hij keerde niet zooals hij gegaan was. Hij was hij de Franschen ter schole geweest in haat tegen het Hof van Bourgondië en het Huis van Oostenrijk. Men had hem geleerd, dat hij een zoon van Gelderland was, en hij voelde zich den gekrenkte, den beroofde, den mishandelde, die recht had tot wraak, en recht tot wedervergelding. Het diep gevoel van verongelijking, al wat de eerzucht en de toorn het meest hartstochtelijks en vurigs kunnen leggen in de ziel van eenen jongeling, had de zijne tot ziedenden hartstocht opgeruid: de hoofsche behandeling in Frankrijk, de deelneming, hem dáár betoond, en misschien de hoop op ondersteuning zijner plannen, die men door dit alles liet heenschemeren, waren meer dan genoeg, om hem moed te geven tot iedere onderneming, hoe avontuurlijk ook, en schijnbaar onuitvoerlijk. Het was eene zonderlinge onvoorzichtigheid geweest van Maximiliaan en de zijnen, om den jongen wolf in hunnen strijd met zich te voeren, opdat hij de kracht zijner tanden en zijne klauwen kon leeren kennen; onvoorzichtigheid, die alle vroegere voorzorgen wedersprak en nut