Pagina:Bosboom-Toussaint, Het huis Lauernesse (1885).pdf/329

Uit Wikisource
Deze pagina is proefgelezen

troffen door eene vraag als deze: »Johanna! gij, die weet, die alles weet! ” en het was der arme, die zich reeds zooveel moeite had gegeven om een en schijn van kalmte te bewaren, niet mogelijk meer te zeggen.

»Ik weet gij hebt Aernoud bemind en veel en boven allen,” hernam Johanna, meer met bevreemding dan met teerheid op haar neerziende; »maar toch, gij hebt Christus boven hem gesteld: het meerdere was u meer! Maar liefhebben is als men aanhangt, ten koste van de ziel, ten koste van Christus!”

»Dát, wat de menschelijke instellingen tot misdaad maken, is geene zonde voor God, wij weten het immers, lieve zuster!” antwoordde de Jonkvrouw, zich herstellende. »Hang niet te zeer aan het woord Priester, alsof het heiligschennis ware, dat gij voor God gaat bezegelen. Gij doet het niet op het gezag van een en enkele, die zou kunnen dolen. Gij geeft niet onberaden gehoor aan de stem der tochten, die misleiden kan. Godvruchtige en welwijze mannen hebt gij beiden over dit stuk geraadpleegd, en zij hebben het goedgekeurd; die wijdluftige Gnapheus, mijn vriend, heeft er van geoordeeld…”

»Wat acht ik dáárop, dat de Kerkwetten Jan van Woerden, den Priester, het huwelijk verbieden? hij zal mijn gade zijn, ten spijt van aller menschen wet en van aller menschen macht,” sprak Johanna met vuur, en daarop verzonk zij weder in haar vorig strak gepeins, alsof ze besloten was niet verder te gaan in haar vertrouwen.

»Ik vreesde het,” begon de Jonkvrouw van Lauernesse weder zacht en ernstig. »Gij hebt den Antwerpenaar nog niet vergeten!”

»Vergeten! vergeet de haat?” vroeg de Utrechtsche met eenen vlammenden blik.

»Haten, vriendin! het is klagelijk, dat gij haat en liefde beide tot zonde drijft. Mag de Christin haten?”

»Hare broeders, neen! maar de ellendige ligt nog geboeid in de slaafsche banden des bijgeloofs, en dus… laat ons zwijgen over dit.”

»Zóó eng heeft onze Heer de liefde niet beperkt,” begon weder Ottelijne, nog ernstiger. »Hij heeft ook gezegd: hebt