Pagina:Bosboom-Toussaint, Het huis Lauernesse (1885).pdf/379

Uit Wikisource
Deze pagina is proefgelezen

zelve, door uwe eigene keuze, omdat ge Lutherane zijt, omdat gij het zijt met de onverholen oprechtheid van eenen vrijen en kloeken geest. Het is een gewaagd stuk, Lutheraan te zijn: de Lutheraan, balling der Kerk en van het Keizerrijk, heeft niets, bezit niets, is niets; zeg niet, dat de rijkdom beschermt tegen de wet; juist de rijkdom zal de vervolging uitlokken, want, leider! de eerwaardigste der menschelijke handelingen worden bevlekt door gouddorst en eigenbaat, en het zal niet aan verraders falen noch aanklagers, sinds de helft van het vermogen der schuldigen het deel wordt van den wroeger! Zeg niet, dat hoog aanzien beschermt tegen de straf: op een toren ziet men eer, dan op de lage dorperswoning: het hooge verzoekt tot vernederen. Zeg niet, dat uwe vrienden invloed hebben en macht: de Lutherane heeft geene vrienden meer, of wie hare vrienden zijn, hebben geenen invloed. Ottelijne! gij moet het reeds ondervonden hebben… of wel die het nog bleven, wachten tot ge gevallen zijt; steun niet op de trouw uwer vazallen, schoon gij ze tellen kunt bij honderden: de Lutherane heeft geene vazallen meer, want allen zijn ontslagen van trouwen gehoorzaamheid! Meen niet, dat ik u ontzetten wil, met beelden te malen, die valsch zijn, en op tijden te doelen, die niet komen zullen; beter dan iemand weet ik, wat Karel V besloten heeft in deze zaken, en beter dan iemand ook, hoe hij houden zal wat hij besloot; zelfs eene Vrijvrouwe van het Sticht is niet meer buiten het bereik van zijnen arm; de Bisschop — of het moest zonderling tegenvallen, en de kanunniken, in deze tijden van verval meer moed hebben, dan ooit in die van Utrecht’s besten bloei, — de Bisschop, die uws bloedmaags zetel inneemt, is een afhangeling van den Graaf-Keizer, en bij den nood, waarin het Bisdom verkeert, en bij de macht van eenen Heer, als Karel V, kan het niet anders, of deze moet eenen onbepaalden invloed krijgen in het Sticht. En zoo al niet, onberaden samenkomsten, als die van heden, brengen u in zijne macht. En ik zeg u, de Keizer wil een eind zien aan deze beroering in de Kerk. Hij wil het door geduchte middelen, en mannen van trouwe devotie en van bekwamen ijver zijn door hem belast met de uitvoering van zijnen wil, ik behoor tot hun getal… want zie, Ottelijne!