Pagina:Bosboom-Toussaint, Het huis Lauernesse (1885).pdf/397

Uit Wikisource
Deze pagina is proefgelezen

Johannes, na gedronken te hebben. »Mogelijk hebben zij zich vergist in het rechte huis. Het is niet lijfsgevaar, dat ik ducht en tracht te ontvlieden, integendeel; ik was op weg om het te gemoet te gaan; maar, ziet gij, die mij nu vervolgen, zijn lieden van het laagste grauw, met kwaadaardige roffianen van den grafelijken Schout aan het hoofd, die mij in dolle woede mishandelen willen en verscheuren, in het water werpen of voor het minst op schandelijke wijze heenslepen naar het gerecht…… En dat is juist wat ik niet wil,” hernam hij na eene pauze; »ik wil moedig en onverlet heengaan, dáár, waar ik geroepen ben. Ter verantwoording ben ik geroepen door de Overheid, en ik wil voor haar verschijnen op haren eersten eisch, waardiglijk en zonder dwang zooals het de zaak past, die ik voorsta. Daarom vlucht ik den schendigen moedwil van deze aanvallers, en bid u, mij schuilplaats te geven voor dezen nacht; morgen ga ik alleen en rustig naar ’s Hage, of, zoo het zijn moet, vraag ik een eerlijk geleide van de Amstelredamsche overigheid.”

»Dat zal goed zijn, mijn Eerwaarde Heer en zwager! maar hoe zijt ge dus te ’s Hage geroepen?”

»Toen ik laatstmaal ontslagen werd uit den kerker, was mij uitdrukkeIijk verboden voort te gaan met prediken op aangevangen wijze, wat ik, zoo ge begrijpt, toch niet meende te laten, noch liet, niet gezind lijnde de Overheid te gehoorzamen, waar zij zich mengde in Goddelijke zaken. Ik leeraarde daarna zooals altijd misbruiken aanvallende, waar ik die vond, en de Heilige Schrift zuiverlijk en onvervalscht den volke verkondigende. Dit stootte sommigen te Woerden, het werd aangebracht en… een bevelschrift van verbanning uit de Landen van ’s Graven gebied lag gereed, toen ik van Lauernesse terugkwam met mijne vrouw. Verbanning was zachtigheid in vergelijk van de zware poene, die men gezet heeft op het stuk van Lutherij, en het scheen, dat mijne Heeren van den Gerechte toen nog niet tot de uiterste hardigheid geneigd waren. Mijn huwelijk, dat ruchtbaar geworden is, sedert wij terug zijn in onze stad, zal de zaken gekeerd hebben, of misschien de wederaanstelling van Mr. François van Hulst en Heer Niklaas van Egmond, die door heer Aernoud Bakelsze uit Spanje en Brussel herwaarts is gebracht… Niemand