Pagina:Bosboom-Toussaint, Het huis Lauernesse (1885).pdf/408

Uit Wikisource
Deze pagina is proefgelezen

door de geestelijke toespraak, moest zij als vaste waarheid hooren bevestigen, wat ze met bangen twijfel had gegist. Haar echt was niet wettig, hare kinderen droegen de vlek der onwettige geboorte op zich, en ze leefde voort in eenen gedurigen staat van zonde waarop de vloek des Hemels rustte. Ziedaar eene marteling van ieder uur, voor geheel haar leven! Het was plicht voor eenen Priester, de afgedwaalde schapen terug te brengen in den waren schaapsstal; maar met eenen man als Laurens Cornelisz, moest met de meeste omzichtigheid en uiterst behoedzaam gehandeld worden: verbitteren was den wissen en zekeren tegenstand uitlokken; omkoopen door de tranen en liefkoozmgen eener biddende vrouw; afmatten door het dagelijks wederkeerende spiegelgevecht van huiselijken twist; verteederen en tot wanhoop brengen door het schouwspel van haar lijden en smart, dat was te doen… en het geschiedde. De sluwe Pater maakte een verdrag met zijne boetelinge, wie hij den moed noch den ijver eener openlijke martelaresse konde toevertrouwen; het was genoeg, zoo ze in het geheim werkte aan het zieleheil harer kinderen. Het was genoeg, zoo ze slechts haren echtgenoot wist over te halen tot een plechtig en vernieuwd huwelijk, volgens de instelling der Katholieke Kerk: ze moest niet rusten, tot ze dit van hem verkregen had, het overige zou van zelf wel volgen. Ze had niet noodig hem te ergeren en te wederstreven door eenigen openlijken overgang; ze moest alleen, zooveel in haar was, de gemeenschap mijden met ketters en ketterpredikers; ze moest in het geheim boetedoeningen volbrengen, die haar strekken zouden tot aanvankelijke zuivering, en daar zij, als kerkelijk gebannene, vooralsnog de mis niet hooren mocht zooveel te ijveriger aan hare zaligheid werken door vasten, bidden en goede werken, die hij haar aanwijzen zoude. Tot dat alles verbond zich de jonge vrouw, en zij trachtte het te houden. Meerdere bezoeken van den Priester maanden haar daartoe gedurig sterker aan en werden altijd gevolgd door zijdelingsche toespelingen op het gewenschte doel, door smartelijke betuigingen van een zielelijden, dat lichaamskrankte voortbracht, van ingewikkelde verwijten en van al wat vrouwelijke zwakheid voor wapenen meer hebben tegen de kwets-