Pagina:Bosboom-Toussaint, Het huis Lauernesse (1885).pdf/493

Uit Wikisource
Deze pagina is proefgelezen

gansche wijde wereld! O! in deze zwakke, maar teedere ziel was het berouw op de daad gevolgd, zoo versch als die was volbracht, was het berouw bijna voorafgegaan! maar ze kon niet meer terug; maar zij vreesde den priester; maar zij vreesde den echtgenoot; maar zij vreesde de wereld, alleen zij vreesde niet genoeg God, om zich zelve te hoeden voor de laatste wanhopigste zonde! Het is goed, dat God barmhartig is en lankmoedig om te gedenken, wie Hem vergeten!

Toen zij haar verhaal had geëindigd, stond de jonge vrouw bedeesd en zwijgend voor den Vicaris; zij had de waarheid oprecht en eenvoudig uitgesproken, zonder vergoelijking van hare schuld, maar in vromen eenvoud zich verheffende op het lijden voor hare overtuiging; nu had zij er ge.ene bede bij te voegen, waarover zij zich zou geschaamd hebben, als over eene nieuwe schuld, en toch bad haar oog, hare tranen, haar kloppend hart: »zou er geen herstel mogelijk zijn?”

»Arm kind!” sprak Vader Boudewijn, »gij hebt uwe trouw aan de moederkerk door een bang lijden gestaafd, en zekerlijk is dat te prijzen; maar God wil gediend zijn door de vervulling van alle plichten, en gij hebt er gewichtige verzuimd. Uw raadsman heeft een goed doel door slechte middelen bevorderd, en het is zóó dat wij eene heilige zaak ten gruwel maken en ten aanstoot voor den onwil van belagers en scheurmakers; daardoor werken wij in de hand, wie aanstoot wenschen en bevorderen; maar hier zal met der Heiligen hulp nog redding zijn. Weest getroost, uw ega is een nobel man en ik wil middelaar zijn tusschen u en hem. Slechts moet ge niet hinken op twee gedachten, o! dat is de zielsstemming, die ons ter helle voert,” sprak hij met het gevoel van eenen, die haar kende, »belijd u aan hem als Katholieke uit overtuiging en onweerstaanbare toeneiging; zóó zal hij u liever zien, dan de lauwe, ontrouwe Lutherane, die ge hem scheent. Naar de uitspraken zelfs van zijne leer, moet hij u de vrijheid laten, die hij voor zich genomen heeft. En indien hij u persen mocht tot eenen afval, verwerp die aanzoeken met bescheidenheid, doch vrij en vast. Maar volg hem getrouwelijk, werwaarts hij u leiden wil, en laat ranken en vonden na, die kwalijk beradenen u zouden