Pagina:Bosboom-Toussaint, Het huis Lauernesse (1885).pdf/494

Uit Wikisource
Deze pagina is proefgelezen

aanwijzen, waardoor niet gewrocht wordt dan het kwade, en bekommer u niet over ijdele vooroordeelen. Johannes van Woerden was gewijd priester, die zijne wijding hield van de Kerk, toen hij uwen echt inzegende, en zijn wangedrag kan niet verhinderen, dat Cornelisz uw wettige echtgenoot blijft voor God, waar ook de twisten der menschen het anders beslissen. Zoo gij in Utrecht woondet, zoudt ge door Bisschoppelijk gezag dien band bekrachtigd zien; slechts in den lande van Holland heeft wereldsch gezag het anders beslist. En wat aangaat uwe kinderen, gij moet ze terugnemen in uwe armen, hergeven aan het gezag des vaders. Dat moet de prijs zijn van den zoen, dien ik treffen zal. Pater Vincent weet wel, dat er nog rechten zijn, waarin de Keizer niet is getreden met verkleining van die mijns Heeren, en zoo niet, ik zal ze hem doen geheugen. En daarna zullen wij van uwen man verkrijgen hen op te voeden in deugd en eer, totdat ze in het geloof zelven eene keuze kunnen doen, en wij beiden zullen den Hoogsten Vader en de Heiligen des Hemels aanhoudend afsmeeken, dat hunne keuze de beste moge zijn, en eer ze tot jaren des onderscheids zijn gekomen… wie weet… wat dan de loop der tijden niet zal hebben uitgewezen. God zal er in voorzien. — Nu, vrouw, wijs mij uwe woning en heb goeden moed!” Inderdaad, het werd noodig dat zij voortgingen en een gesprek afbraken, dat, bij zijnen onmiskenbaren ernst de aandacht begon te trekken van de vrome kerkgangers, die naar bidkapel en kerk opgingen; want de vroegmis had geluid.

»Zoo Laurens mij ging verstooten?” vroeg de jonge vrouw aarzelend, haren geleider aanziende, toen zij haar huis was genaderd. »Mijn hart bezwijmt in mij, als van huiverige vreeze… en als ik denke, hoe weinig hem Hugo welkom was, die ons een bezoek bracht na zijne bekeering…” — »Is er dan niet eene stem in hem, die nog luider tot hem spreekt voor u, dan uwe schuld!” antwoordde de Vicaris; »als hij de man is, dien gij zegt, zal hij vergeven!”

Welnu, Laurens heeft vergeven. Hij had in die korte uren wel reeds genoeg angst uitgestaan om de verlorene gade en om de kinderen. Hare terugkeering, haar berouw maakten zijn