Pagina:Bosboom-Toussaint, Het huis Lauernesse (1885).pdf/69

Uit Wikisource
Deze pagina is proefgelezen

ger geduurd hebben, naarmate geen der beide sprekenden er belang bij had het te eindigen, zoo niet een gerucht van twistenden aan de deur van het vertrek hen gestoord had. De deur werd met geweld en met éénen ruk geopend, en twee groepen menschen vertoonden zich te gelijk. De eerste en luidruchtigste was een troepje jonge mannen, die snel op Aernoud toeliepen, met den uitroep: »Kom met ons, Reiniersz! kom schielijk mede. Wij hebben een twist bij het doelspel, en de beste scherpschutter van Utrecht moet beslechten; wij hebben u eenparig tot scheidsman gekozen!” en zonder hem den tijd te laten tot antwoord of weigering, namen zij hem in hun midden en drongen hem voort.

De andere groep, die door de eerste een weinig ter zijde was geschoven en in de schaduw gesteld, bestond uit Donna Teresia, haren zoon Enriquez voortduwende, die Paul bij de hand hield. Wij kunnen echter niet voortgaan, zonder eerst goed te weten, wie Donna Teresia is. Wij hebben in het voorbijgaan reeds van haar begrepen, dat zij was eene Spaansche matrone, nog niet zeer veel boven de vijftig, maar toch leelijk genoeg, om voor zestig te kunnen doorgaan; wij hebben haar gezien in eene bedrijvigheid, die haar als ten deele met het huisbestuur belast, voorstelt. Het werd ons daarom nog niet duidelijk, dat zij eene verre bloedverwant van de Edelvrouw is, in wier huis zij slechts voor zekeren tijd scheen te zullen vertoeven. Die tijd was echter volstrekt onbepaald; want Donna Teresia, vroeger Eeredame aan het Spaansche Hof bij Johanna de Waanzinnige, de moeder van den jongen Graaf, was toen de stoet dier Vorstin meer beperkt werd, aan het Huis der Landvoogdes Margaretha, weduwe van Savoijen, verbonden geworden, en deze had daar al zeer spoedig de vergunning gegeven, om hare verwanten in Holland te gaan bezoeken, en ze had met haren zoon herbergzaamheid gevonden op Lauernesse. Wij weten niet, of deze vrijheid, die meer aangeboden werd dan verzocht, eene eervolle ballingschap was, of eene eervolle rust: maar het is wel zeker, dat het schitterende Hof van Brussel op genoeg schoonheden roemde, om deze bloem uit zijnen krans te kunnen missen; en het was ook geen be-