Pagina:Bosboom-Toussaint, Het huis Lauernesse (1885).pdf/84

Uit Wikisource
Deze pagina is proefgelezen

hebben, verbood ook zelfs alle daden en woorden, die strekker konden »tot verkleening en diffamatie van den Paus, van de Prelaten der Kerk,” enz.; en dat de goede lieden bezig waren daartegen een weinigje te zondigen, was niet te ontkennen.

Maar ze waren zeer weinig gezind en in het geheel niet gewoon hunne gedachten te verbloemen, of de vrije tong aar boeien te zien, en ofschoon het niet in hunne macht stond, het ergerlijke Staatsstuk te vernietigen, vonden ze goed hunne afkeuring te geven, door zich zoo weinig mogelijk te houden van deszelfs strenge eischen. Zóó groot en algemeen was de overtuiging van ’s Keizers aanmatigende handelwijze, dat zelfs Aernoud, die — fiere voorstander van elk gevestigd gezag, die bijna door zijne nieuwe betrekking geroepen was tot spreken, met bitterheid zweeg. Hij gevoelde misschien voor het eerst, wat zijne liefde tot Ottelijne niet had willen zien, hoezeer zijn eed aan den Keizerlijken Graaf in strijd was met zijne denkbeelden als vrij geboren Utrechtenaar, en aan welk eene worsteling van plichten en gevoelens hij zich voor altijd had blootgegeven. Te moeten zwijgen, waar hij als burger had willen spreken, was hem eene groote grieve; en toch ook een gezag te hooren aanvallen, hetwelk hij op zich genomen had te verdedigen, was hem zóó hard, en krenkte zijn fijn gevoel van eer en billijkheid zóó diep, dat hij een en smartelijken blik wierp, nu op de Keizerlijke kleuren van zijn gewaad, en dan weder op zijne Jonkvrouw, als verweet hij zich, dat hij haren rang dit offer had gebracht.

Dit zwijgen was zóó pijnlijk, dat allen er als de terugwerking van gevoelden, en zelfs zij, die, benedenwaarts gezeten, de woorden niet hadden verstaan, die er gewisseld waren, konden het opmerken, dat er eene stoornis in de tafelvreugde plaats vond.

»De vrienden schijnen ontevreden, dat de speellieden niet dáár zijn,” fluisterde Griete tot haren Duitschen buurman; »en toch, onze Jonkvrouw was niet bij machte ze hier te schaffen.”

»Is het muziek, dat er schort?” vroeg Paul, wien de stilte ook had getroffen.