Pagina:Bosboom-Toussaint, Het huis Lauernesse (1885).pdf/93

Uit Wikisource
Deze pagina is proefgelezen

»Zeg ons, hoe hij er uitziet!”

»Wat weet gij van hem?”

»Hebt gij hem gesproken?”

»Is hij wel een zoo leelijke en afzichtelijke monnik, als onze preekheeren hem altijd afschilderen?” vroeg Jonkvrouw Engel uit den Eng.

»Is zijne stem ruw of liefelijk?” enz. enz…

»Lieve Heeren en vrouwen!” begon Paul opstaande, terwijl hij de lange blonde lokken ter zijde schoof, zoodat zijn edel voorhoofd en zijn open oog meer zichtbaar werden, »toen ik mij in het eerst beraadde, welk antwoord ik geven zoude op ulieder vraag, was dat niet, omdat ik schroomde te zeggen wie ik ben, maar omdat ik van mij zelven niets te zeggen wist, dat voor iemand uwer belangrijk kan zijn, of uwer aandacht waardig; terwijl ik u veel had te verkonden, dat u noodig was en van beter nut. Daarom aarzelde ik, overleggende, hoe ik mijn antwoord zoude richten naar uwe vraag, en te gelijk op zulk eene wijze als u konde indachtig maken, dat u van mij meer te weten overschoot: en gij ook hebt uit mijne woorden aanleiding genomen tot vragen, die voortkomen, zoo ik geloof, niet uit eene nieuwsgierigheid, die ijdel is en roekeloos, maar uit ware en trouwe belangstelling in het groote werk, dat hij heeft aangevangen en voleinden zal, onder den zegen Gods! Is dat niet zoo?”

»Ja! ja!” antwoordden verscheidenen luide en ernstig.

»Ja, bij St. Maarten!” riep van IJsselstein ruw, »wij willen gaarne hooren, en dat te meer, omdat gij mij toeschijnt te spreken zoo goed en beter dan Jacob Probster en nog een ander, dien ik gehoord heb.”

»Maar, bij St. Salvador!” sprak de Kanonik van de oude Munster tot eene vrouw, die naast hem stond, »zal deze kleine vreemdeling, zoo zwak en jong, met gladde kin en lange lokken, met kennis weten te spreken van de groote twisten in de Kerk, die geleerden en machtigen in verwarring brengen?”

»Veracht niet mijne jonkheid,” hernam Paul, die deze aanmerking gehoord had. »Hij, die de bieze kracht geeft tegen den storm, dat zij niet breke, zal ook Zijne kracht volbrengen