Pagina:Bosboom-Toussaint, Leycester in Nederland eerste deel (1886).pdf/464

Uit Wikisource
Deze pagina is proefgelezen

lijke zegepraal liet hij een penning blinken, dien hij aan een zijden lint om den hals droeg.

Kolonel Hooft zette zijne fluit neder, zonder een woord te spreken; Leycester dankte den Hemel, dat die kamp dus onschuldig bleek, en de jonge Hollandsche heeren baden, om het beloop en eene nadere beschrijving van het spel te mogen hooren. Paulus Buis verzekerde, dat het eene lustige vertelling zoude zijn. Sidney’s blik alléén rustte donker op Essex, doch deze had zijne aanmoediging niet noodig, om zijn verhaal te geven.

Wij kunnen het even goed als hij, en zeker met meer kortheid en ontdaan van menig vrij woordje, dat den Lord soms ontviel, en hebben niet noodig, terug te geven de tusschenspraak zijner toehoorders.

Nadat de jonge Graaf Amsterdam met zijn gezelschap was doorgetrokken, nu eens spottende met de burgers, dan weder ze uittartende, hunne vrouwen en dochters liefkoozende, met of tegen dank, en zijn geld toewerpende aan hunne armen of kinderen, was dit spelletje gestuit geworden door zijne ontmoeting van Paulus Buis, die met een paar schutter-officieren, die niet tot de eerewacht behoorden, ook zijn vermaak zocht op zijne wijze. Ondanks het verschil van leeftijd, stand en volksaard was er eene soort van overeenstemming tusschen den vroolijken, levenslustigen jongeling en den loszinnigen man van rijperen leeftijd, en de wensch, om elkanders zwerftocht te deelen, werd dus even schielijk uitgesproken door den één, als toegestemd door den ander. Hun beider gezelschap, nu door Buis aangevoerd, zwierf eene wijle her en der, tot één der Amsterdammers voorstelde, naar den Doelen te gaan, en den tijd te korten met witschieten. Die uitspanning was zoo onschuldig als vermakelijk, en zij zou het eerste gebleven zijn, zoo de jonge Graaf daarbij slechts een weinig had gelet op de belangen van zijn stiefvader, en op zijne plichten als gast, tegenover de regeering van Amsterdam. Maar de tegenwoordigheid van eenige jonge vrouwen, echtgenooten en verwanten of huisgenooten van de leden der schuttersvereeniging, die zich hier vereenigd hadden, om op hare wijze een feest te vieren, waarvan men haar had uitgesloten, hare belangstelling in »t doelspel, hare zucht om dat te aanmoedigen, en de verleiding van schoonheid, spel en wijn te zamen, hadden Essex en Buis geen oogenblik den tijd gelaten, om aan een ander feest te den-