Pagina:Bosboom-Toussaint, Leycester in Nederland eerste deel (1886).pdf/94

Uit Wikisource
Deze pagina is proefgelezen

dien kamp, om in dien strijd voor te gaan, en wie kan bepalen, tot welke mate de omstandigheden en het omringende invloed kunnen oefenen op onze denkbeelden, op onze wijze van zien, op ons innerlijk leven en op de handelingen, die er de uitdrukking van zijn?

En wie meer dan hij was de man voor indrukken en de speelbal der voorvallen? hij, die in voorspoed nooit was bedacht op de kansen des ongeluks; die wel behendig het spinneweb der intrigue wist uit te spannen aan iederen muur, maar verwonderd verslagen stond als een behendiger dan hij het weefsel verbrak; wien de gebeurtenissen meestal overvielen; die ze zelden vooruitzag; die zijne hulpmiddelen nooit vooruit berekend had tegen kwade uitkomst, en bij iedere uitkomst handelde naar de ingeving van het oogenblik. Welke trekken sterker dan deze getuigen voor een ontvangbaar karakter, plooibaar naar alle indrukselen van buiten, en onwillekeurig zich voegende naar de richting van het omgevende? en zoo kan het niet vreemd schijnen en zoo behoeft het niet als veinzerij te worden uitgelegd, als wij Leycester juist in Holland omhangen zien met een kleed van vroomheid en bovenal van kerkschheid, dat door zijne vijanden is gelasterd, dat zijne vrienden heeft geërgerd, dat vele vreemden somwijlen tot hem heeft getrokken, en dat juist daarom verdacht is geworden en miskend.

Maar het is niet eerst in Holland, dat zijne overhelling naar strenge godsdienst-begrippen zich het eerst heeft geopenbaard, schoon die zich daar het meest vrij heeft ontwikkeld; hij had zijne gehechtheid aan het protestantisme getoond van zijne teere jonkheid af aan; geboren onder de eerste worsteling der Hervorming tegen het katholicisme in zijn vaderland, opgevoed aan het hof, van waar de strijd uitging, metgezel van den ernstig gestemden Eduard VI, wiens vroege vroomheid hem nog eerder rijp had gemaakt voor den Hemel dan voor den troon, was hij juist in het vuur der jeugd, onder den gloed der vervolging ontstoken door de hand der geestdrijvende Maria Tudor, en zijne geestdrift moest wel krachtig opvlammen bij zooveel als haar moest aanblazen. In zijn eigen geslacht zelfs had hij opwekkende voorbeelden, hoe men de trouw aan het geloof bezegelt met bloed, en de vrome marteldood eener beminnelijke bloedverwante (Jane Gray) en van haar echtgenoot, zijn broeder, kon niet