Pagina:Bosboom-Toussaint, Majoor Frans enz (1888).pdf/126

Uit Wikisource
Deze pagina is proefgelezen

Voor plat-doux een pudding met de fameuse saus, in welks belang Francis zelve naar de keuken was opgeroepen, en voorts een compleet dessert. De verschillende wijnen, die de kapitein, permanent tot schenker gepromoveerd, met al te veel gulheid en snelheid elkander deed opvolgen, voltooide die tafelweelde. Zij waren van de fijnste merken, en onze gastheer zoowel als zijn aide de camp zorgden wel dat ik deze bijzonderheid niet overzag. Met kennelijke voorliefde werden mij de kwaliteiten en de jaartallen der extraatjes aan gewezen, en hoewel ik mijn best deed om niet al te veel onverschilligheid te toon en en mijne soberheid te verontschuldigen met de gewoonte van onthouding, die ik mij van jongs aan had eigen gemaakt, zag ik wel dat mijn gebrek aan geestdrift op dit punt hen eenigszins teleurstelde.

Aan die luxe der spijzen beantwoordde echter noch het servies, noch het tafellinnen. Het eerste, Fransch porselein, uit hetzelfde tijdperk als de meubelen en ’t goudleer behangsel, had blijkbaar veel aanstoot geleden van de ruwe hand des tijds of der bedienden. en was niet slechts gekramd, maar ook niet meer voltallig, en ’t ontbrekende was vervangen door gewoon aardewerk, hetgeen den luister en helaas! ook de leemte van het geheel te sterker deed uitkomen. Het groote damasten tafellaken, dat het huwelijk van eene Spaansche infante voorstelde, had zeker dezelfde dienstjaren als het servies; het was keurig fijn, maar versleten, en niet altijd met goed geluk gerepareerd; en wat het zilver betrof, uit zekere wenken door Francis met de heeren gewisseld, uit de haast waarmee zij de gebruikte vorken en lepels naar de keuken zond en terug liet brengen, bleek het duidelijk dat er geen vol dozijn aanwezig was; daarentegen was er overvloed van keurig glaswerk, waarop de kapitein mij attent maakte, als vreesde hij dat deze bijzonderheid mij zou ontgaan, terwijl hij er bijvoegde: »Ik voor mij hecht niet aan al die fraaiigheid. In den tiendaagschen veldtocht heb ik bier gedronken uit een melknap en champagne uit boeren theekommetjes, en het smaakte er mij niet slechter om." »Mits de kommetjes maar niet te klein waren," vulde Francis aan.

»Maar de generaal," ging Rolf voort, zonder de hatelijkheid te releveeren, »de generaal is zoo gesteld op alles wat exquis