Pagina:Bosboom-Toussaint, Majoor Frans enz (1888).pdf/396

Uit Wikisource
Deze pagina is proefgelezen

»Is ’t niet jonker van Adelsteyn, mijnheer? Mijne moeder is, geloof ik, aan eene familie geparenteerd, die dezen titel voert."

»Het is waar, de familie voert dien titel. Maar wat mij betreft ik ben industrieel, en ik laat dat jonkerschap voor ’t oogenblik rusten; het voegt niet bij mijn werkkring en levenswijze."

»Ah zoo!" klonk het koele wederwoord, en Albert oogstte den welwillenden glimlach, dien ze op het punt was geweest aan den industrieel te verkwisten.

Waarheid is, dat deze, voor een nufje als Laura, bij haar oppervlakkigen blik er niet gedistingueerd uitzag. Een weinig élegant stofjasje, een ruime grijze pantalon, op een tijdstip, dat de mode ze tres collant voorschreef, dikgezoolde laarzen, practisch om mee in de klei te loopen, maar in ’t salon eener Haagsche dame wel wat mauvais genre; fil à l’ Ecosse handschoenen, en een lage stroohoed, dien hij sans gêne op een stoel wierp, gaven hem geheel het uiterlijk van een provinciaal, die geen plan heeft ter wille van de residentie zich om zijn toilet te bekommeren. Maar dit gold alleen van zijne kleeding. Wie een oog had voor de vastheid en de wilskracht, waarvan die sprekende trekken getuigden, die als zetelden op dat breede, schrandere voorhoofd, voor den adel van zijn blik, voor den gloed, die er fonkelde uit zijn donkerblauw oog als geestdrift of verontwaardiging het bezielde, wie den vollen, welluidenden klank zijner stem wist te verstaan, wie acht sloeg bovenal op hetgeen hij sprak, begreep al spoedig dat men hier met geen alledaagsch mensch te doen had.

Marianne raadde dit veel sneller dan Laura; zij voelde het als bij intuïtie, zij werd niet geërgerd door de achtelooze kleeding, daar haar oog als haar hart eenvoudig was en zij op dit punt geene eischen stelde, terwijl de verwende jonge dame integendeel vóór alles op het uiterlijk zag, en het bijna kwalijk nam dat een fatsoenlijk man zich zoo weinig geneerde als hij haar een bezoek had te brengen.

Zij vergeleek hem in gedachte bij haar Albert, en hoezeer won deze bij de vergelijking. Met de losse élégance gekleed, die het toilet der heeren bij een voormiddag-bezoek toelaat, de voeten geschoeid in fijn verniste bottines, glacéhandschoenen van de modekleur, en een origineelen fantasiehoed in de hand houdend, dien Laura nog niet had gezien en die hare aandacht — hare belangstelling trok!