Pagina:Bosboom-Toussaint, Majoor Frans enz (1888).pdf/406

Uit Wikisource
Deze pagina is proefgelezen

anderen indruk op ons moeten maken, dan alleen dien van bewondering voor vorm of kleur? Ik voor mij kan niet gelooven, dat een schilder als Israëls bij zijne composities ge ene andere bedoeling heeft dan om te toonen hoe schilderachtig het Scheveningsch of Zandvoortsch volkje wezen kan, welk een rijkdom van kleuren en tinten er schuilen kan in hunne schamele intérieurs, als hij er met zijn breed penseel zijn tooverachtig licht overheen werpt. Dit kan niet het eenige zijn wat hij bereiken wil; hij moet er een doel mee hebben, eene diepere gedachte, die hem bij het werk begeleidt en bezielt, en die hij wil dat wij met hem deelen zullen bij ’t aanschouwen van zijne tafereelen, En wie dit niet kan of niet wil, wie geen oog heeft dan voor…"

»Eindelijk, mama! dat is gelukkig!" riep nu Laura uit op gejaagden toon en zich ten halve oprichtende. — Het was haar als eene verlichting — de man, die in ijzer deed en zoo onverbiddelijk practisch was, begon haar wat lastig te worden; zij had doorzicht genoeg om te voelen, dat hetgeen hij in ’t algemeen aanvoerde inderdaad tegen haar was gericht, en dat hij nog pijlen op zijn boog had, die op haar zouden afgeschoten worden, als er niet eene gewenschte afleiding tusschenbeide kwam. Zij was innerlijk vergramd tegen Albert, dat hij den strijd tegen den vreemden indringer, die zijne helderblauwe oogen voortdurend op haar bleef vestigen, als wilde hij haar gansch doorzien, met zoo weinig energie voerde, dat hij dezen triomfen liet behalen, die hij met een paar trekken van zijn fijn vernuft! n nederlagen had kunnen verkeeren. ’t Was of hij in eens bankroet was gegaan aan geest en aan talent van repartie, en zij kon niet begrijpen waarom hij zich zoo kalm op den achtergrond liet dringen, en op zijn eigen terrein nog wel door iemand, die bekende een oningewijde te zijn, die bekende een ruw handwerk te drijven, en die kennelijk uit eene afgelegen provincie kwam, waar men nog altijd met een postwagen over de klei hotste.

Albert zelf had haar geene verklaring kunnen geven van de houding, die hij zijns onbewust aannam. Hij was gedrukt en verstrooid, en zat neer als iemand die luisterde, maar die er niet bij was. Eigenlijk zat hij niet, want hij bleef ronddraaien, tot hij achter den stoel zijner zuster post vatte, terwijl Marius een pretext nam (want meer dan dit kon het niet zijn) om Laura à propos van Israëls den oorlog aan te doen.