Pagina:Bosboom-Toussaint, Majoor Frans enz (1888).pdf/419

Uit Wikisource
Deze pagina is proefgelezen

lijk ontstemd tegen hare moeder. Zij raadde als bij instinct dat Marianne eene uitnemende gastvrouw zou zijn voor den onhoffelijken provinciaal, die in de hoogste mate hare antipathie had opgewekt.




IV.


Een paar dagen later had het verstuikte voetje van onze heldin weer de vorige vlugheid herkregen. Zij was al uit geweest, en trippelde nu heen en weer in het salon met hare gewone levendigheid en gratie; want zij was gracelijk in al hare bewegingen, en zij zag er nu ook weer allerliefst uit in haar frisch zomertoilet, elegant en smaakvol, al was het niet kostbaar en maar een eenvoudig jaconetje met lichtblauwe bouquetjes. Men zou gezegd hebben qu’ elle était sous les armes, want het blonde krullende haar was nu niet achteloos in een zijden net geworpen; het was met veel zorg gearrangeerd, al schenen de blonde lokken achteloos neer te vallen. Een zwart fluweelen rozet, die den gouden glans er van te meer deed uitkomen, getuigde, dat er zekere coquetterie school in dit schijnbare laisser aller.

Zij zat voor de theetafel, een tête à tête van Fransch porselein stond voor haar, in den bouloir hoorde men het gezellig pruttelen van kokend water. Nog was ze alleen — al was het niet waarschijnlijk dat zij alleen zou blijven.

Intusschen verveelde zij zich; zij bladerde even in een keurig gebonden boek, maar sloeg het welhaast toe, om zich bezig te houden met een allerliefst onbeduidend handwerkje. Maar ook dit wilde niet vlotten, want zij liet het lusteloos uit de hand vallen, en het gleed van haar schoot op den grond zonder dat zij het bemerkte, terwijl zij met de elleboog op de tafel leunde en het hoofdje peinzende in de hand liet rusten, Ook die rust duurde slechts kort.

»Ik zal de thee maar zetten," sprak zij in zich zelve en hief zich op. Terwijl zij de daad bij het woord voegde, werd er gescheld.

»Nu visite! dat zou slecht treffen," zei ze verdrietelijk. »En toch, het is zijn schel niet."

Maar het was wel zijn schel, ten minste zoo Albert de verwachte was. Doch hij had mogelijk met wat driftige, zenuwachtige