Pagina:Bosboom-Toussaint, Majoor Frans enz (1888).pdf/430

Uit Wikisource
Deze pagina is proefgelezen

op ’t oog, als ik uw zin niet doe?" sprak ze met snerpenden spot.

»Dat weet gij wel beter, maar ik wil weten, met welk oog ik u voortaan zien moet, en ik wil rust hebben, als ik eerst de zekerheid heb dat ik afstand moet doen van geluk. En die rust hoe eer hoe beter, want zij is mij noodig voor mijn werk, Ik wil uitrukken wat toch niet kan groeien en bloeien; beter dit, dan het langzaam te laten verkwijnen tot het sterft. Ik ben dit aan mij zelven schuldig, Laura, en ook aan u; want als gij uwe keuze hebt gedaau, zij het eene die ons scheidt, dan is het niet onmogelijk dat later —" zijne stem werd dof, en zijn oog werd vochtig, maar toch vermande hij zich en ging voort: — »later iemand anders tot u komt, die al uwe eischen kan vervullen en u dat alles schenken waarin gij het geluk zoekt. Blijven wij in deze ongewisse verhouding tegenover elkaar, dan…"

»O! het wordt mij meer en meer duidelijk," viel zij in, kennelijk in heftige gemoedsbeweging, »gij zoekt uwe vrijheid! Wij waren toch te veel voor elkaar om van mij heen te gaan zonder explicatie; er moest een pretext zijn. En nu, gij hebt het gevonden, of liever, men heeft het u ingeblazen. Ja! ja! zoo is het — Marianne — zij heeft het er op toegelegd om ons te scheiden. Zelve heeft zij laatst met mij gesproken op eene wijze, die mij had moeten voorbereiden op hetgeen nu is gevolgd! Zij is altijd jaloersch geweest van onze betrekking, zij wist hoe zij het aanleggen moest om er een eind aan te maken."

»Mijne zuster? Laura! Gij beschuldigt mijne zuster, de edelste, onbaatzuchtigste vrouw die ik ooit heb gekend? Haar liefhebbend hart, vrij van alle zelfzucht, was bereid ieder offer te brengen dat van haar gevergd zou worden! Ik ben er zeker van — ik verklaar u, dat zij niets heeft geweten van den stap dien ik nu heb gedaan. Zoo het wezen mocht dat zij tot u gesproken heeft in mijn geest, is dat wel een bewijs hoezeer zij mij begrijpt en hoe fijn zij voor mij voelt, maar geenszins het gevolg van eene overeenkomst; want sinds lang roerden wij deze snaar niet aan."

»Nu, als Marianne er buiten is, dan dank ik deze onaangename scène aan dien plompen man uit den Achterhoek; in u kon het niet opkomen om mij zoo in eens au pied du mur te zetten."