Pagina:Bosboom-Toussaint, Majoor Frans enz (1888).pdf/445

Uit Wikisource
Deze pagina is proefgelezen

maken en kracht om zich in volle opgewektheid van geest en goede luim aan den voornamen bezoeker te vertoonen.

Hij verschoonde zijn langdurig afzijn op de eenvoudigste wijze. Hij was eenige weken gaan doorbrengen te Baden-Baden — het was zoo stil en zoo somber in den Haag, ondanks het mooie seizoen, met die cholera en de geruchten van den Oostenrijksch-Pruisischen oorlog — dat hij zich wat had moeten verfrisschen in gunstiger klimaat. Hij bracht Laura een prachtigen waaier in elegant foudraal als welkomst-cadeau mee, en praatte alleraardigst over zijne reisontmoetingen en het pour et contre van eene badkuur in den vreemde. De baron van Leeuwendael was, als Danville uit de »école des vieillards”, causeur par excellence, en hij onderhield zijne dames met die verve en dat gemak, die hem eigen waren als man van de wereld, geroutineerd in den beschaafden conversatietoon. Hij wist ’t dat hij beviel, en hij zondigde er op toe door maar druk en levendig door te praten.

»A proros van reisontmoetingen,” sprak hij op eens met een glimlach, of hem dat nu pas inviel: »op mijn retour naar den Haag over België heb ik eene goede kennis van de dames ontmoet aan de table d’hôte van de Suède te Brussel.”

»Antoinette van Haeften op haar bruidsreisje?” bracht Laura uit, niet zonder pijnlijke zelfoverwinning. »Wat zijn die menschen toch gelukkig, zulke mooie toeren te kunnen maken!”

»De gelukkigen in kwestie waren een paar heeren,” hernam de baron, een uitvorschenden blik op Laura werpende, terwijl hij voortging: »niemand meer of minder dan die strijdlustige meneer van de oppositie — die… is ’t niet Albert Duarte? — en vacances, zooals mij bleek, en à la remorque genomen door dien zonderling, die zijn rang en afkomst verloochende, om als fabrikant zaken te doen. Enfin! chacun son gout. Adelsteyn derogeert niet voor niemendal. Naar men zegt, kan zijne inrichting met de grootsten van dien aard in Engeland wedijveren, en zet hij jaar1ijks millioenen om. De man is een personage in een tijd als den onzen waarin men het goud le haut du pavé geeft. De heeren waren recht en veine en amuseerden zich niet weinig met eene Duitsche basbleu, die zich verbeeldde dat zij ondanks haar blauwen bril en scherpen neus nog conquêtes zou maken door haar pedant gebabbel en excentrieke wartaal. — De ontmoeting van Hollanders in den vreemde heeft in den regel niet veel charmes