Pagina:Bosboom-Toussaint, Majoor Frans enz (1888).pdf/458

Uit Wikisource
Deze pagina is proefgelezen

weten. Daar zij wist dat er aan Laura’s besluit, gesterkt door den wil van een man als Leeuwendael, geen verzetten zou zijn, gaf zij hare bewilliging de bonne grâce, maar met eene gedruktheid, die zij voor hem niet geheel kon verbergen. Om die moederlijke bekommering af te leiden, begon hij te spreken van de schoone toekomst die zich voor Laura opende, en liet daarbij zulke cijfers klinken, zooveel goud en edelgesteenten schitteren, dat de goede vrouw zelve er onder bedwelmd raakte en het haar niet meer verwonderde dat Laura’s hoofd er van duizelde. Toch uitte zij schroomvallig de meening dat Laura nog wel wat jong was en niet al te sterk om den ganschen last te dragen van eene huishouding als die van den baron: »Zooveel omslag, zooveel bedienden!" verzuchtte zij…

»Wees toch gerust, lieve mevrouw," antwoordde hij; »ik heb nog altijd juffrouw Terburg, eene perfecte huishoudster; in mijn huis gaat alles als op rolletjes, en Laura zal zich als met niets te bemoeien hebben, dan voor zooverre zij zelve wil om te toonen dat zij de meesteres des huizes is. En gij zult, hoop ik, goed vinden dat zij het hoe eer hoe beter zal worden? Wij wenschen beiden ons huwelijk niet langer uit te stellen dan volstrekt noodig is om de corbeille de mariage en de trousseau uit Parijs te laten komen; alle veranderingen, die mijne jonge vrouw in haar appartement wil gemaakt hebben, kan zij later zelve aangeven; wij beginnen morgen met de eerste visities."

»Maar baron!"

»Ja, beste vriendin, dat moet gij mij nu maar eens toegeven. Gij verliest immers uwe dochter niet, als zij in mijn huis komt wonen…"

»Neen, maar… ik vrees heusch dat het opzien zal wekken… men zal er over praten…"

»Om mij te benijden!" viel Laura in.

»Men zal praten, dat geef ik u toe," hernam de baron. »Als ik morgen Laura Trotsenburg bij familie en vrienden als mijne verloofde presenteer, zullen wij over de tong gaan, dat spreekt vanzelve; maar hoe korter dat gebabbel duurt, hoe beter, en als ik na de bruidsreis met de barones van Leeuwendael paraisseer, zal ’t voor goed uit zijn."

Mevrouw Trotsenburg had niets meer in te brengen. Maar toch, toen de baron vertrokken was kon zij niet nalaten hare dochter droevig vragend aan te zien, terwijl zij sprak: