Pagina:Bosboom-Toussaint De graaf van Devonshire (1884).pdf/386

Uit Wikisource
Deze pagina is proefgelezen

was zoo weinig de slaaf van zijne schatten, dat hij ze deel met lederen arme, die tot hem kwam. Doch de Regent van Spanje was bedelmonnik geweest, vóórdat hij plaats nam naast den troon, en hij had de deugden, die de kloosterwet voorschrijft, zoo lang reeds betracht in oprechtheid des harten, dat ze hem diere gewoonten waren geworden, waarvan hij niet mee kon afstaan. Altijd bleef hij den haren gordel dragen onder het violetfluweel; geen linnen verfrischte hem ooit het branden van Spanje’s zon, en zoo vaak de staatsplicht niet eischte dat hij zich omgaf met den glans van den Vorst, toonde hij slecht den Franciskaner. Daarom ook stond de Majordomo met slecht één bediende hem op te wachten bij dezen maaltijd, en beantwoordde geheel de stoffeering van het vertrek, van de naakten ongebeeldhouwde muren af, tot op den harden houten zetel toe, aan de soberheid der spijzen en aan den eenvoud van het tinnen tafel-gereedschap.

Van tijd tot tijd traden deze kamer binnen, mannen in geestelijk gewaad, met de rustige vrijmoedigheid van genoodigden; toch namen zij geen plaats, maar schaarden zich op een afstand en spraken onderling met fluisterende stem. Eindelijk werd er een grijsaard binnengeleid, ondersteund, bijna gedragen door twee lieden, gekleed in zijde en goudstof, wier hulp hij volstrekt scheen te behoeven, om den leunstoel te bereiken, waarop hij zich liet neêrvallen, terwijl hij het hoofd achterwaarts boog naar de rugleuning, de oogen sloot, en tegelijk de hand begeerig uitstak naar den beker, dien de hofmeester hem toebracht.

En in dien grijsaard hebt gij den Aartsbisschop van Toledo voor u, den grooten Kardinaal Ximenès! Gij zoudt het nauw geloofd hebben, — dit de Kardinaal Ximenès, die zwakke ineengebogen grijsaard, geknakt door vermoeienis en als wegzinkende onder afmatting, zonder anderen wil en zonder betere kracht, dan om te sluimeren en zich te laven! dit de man, die Karel van Oostenrijk vertegenwoordigde, zooals hij Ferdinand en Filips vertegenwoordigd had; dit de man, die met vaste en krachtige hand Spanje regeerde als alleenheerscher ondanks den Koning en zijne Raadslieden, ondanks den Adel en diens invloed! Maar ge zoudt hem herkennen, als ge weten kondt, van welken strijd hij hier als overwinnaar kwam uitrusten; hoe