Pagina:De Afscheiding van 1834.djvu/103

Uit Wikisource
Deze pagina is niet proefgelezen

OEFENINGEN EN OEFENINGHOUDERS 17


en bijeenkomsten, met uit het leven gegrepene trekken, vindt geteekend.”

Wil men echter weten van welke gezindheid de dames Wolff en Deken waren, dan leze men, om maar een voorbeeld te kiezen, eens het Bededags- lied uit de Economische Liedjes uitgegeven te ’s Gravenhage") bij Isaac van Cleef, door E. Bekker, weduwe A. Wolff en A. Deken.

Als in deze gedichten, geschreven in de Rijp, in Noordholland, de geest van het land over het IJ, zijn tolk heeft gevonden voor ruim anderhalve eeuw, dan denke men aan het woord van Bilderdijk: in het heden ligt het verleden, in het nu wat worden zal. En als ds Boeles met instemming verwijst naar de geschriften van deze gezusters, dan kunnen wij zijn fijnen haat en fanatisme als geheel natuurlijke uitingen beschouwen van den geest die in hem woont. Ook deze predikant vuurt aan tot het nemen van strenge maatregelen tegen de Separatisten; daarom nam hij de pen op tegen Groens Maatregelen. Als men de dingen zag zooals hij dat deed, dan kon dat niet uitblijven. De critiek op den geest der eeuw werd door deze lofredenaars niet geduld; deze critiek ergerde en prikkelde hen; deed hen schelden en schimpen. ,Vraagt iemand naar mijn bijzonder gevoelen omtrent den tegenwoordigen toestand der Hervormde kerk in ons Vaderland, dan verklaar ik het daarvoor te houden, dat dezelve, over het algemeen, gunstig is, en dat er misschien nimmer Evangelischer in dezelve gepredikt en geleerd werd, dan thans.” Een predikant die de dingen zoo bezag moest wel de pen opnemen tegen een Bilderdijk, Da Costa, Groen van Prinsterer, tegen die velen die niet zoo gunstig dachten en die hun ernstige bezwaren opperden tegen den geest der eeuw, ook tegen de openbaring daarvan op het terrein der kerk, Zulk doen werd gehouden voor een ,liefdeloos oordeelen”. , Indien,” 200 verzekert ds Boeles, »het liefdeloos verwijten tegen den Leeraarsstand, de kerk der Hervormden en over het Bestuur niet ophoudt, dan zoude men, behalven andere, nu nog verzwegene bijzonderheden, ook nog wel eene vergelijking van de leerstellingen der Separatistische geschriften en die onzer formulieren van eenigheid, — van hunne kerkordeningen met elkander en met de Dordsche en oude provinciale kerkordeningen, kunnen leveren; en ik kan, voor zoover ik deze vergelijking voortgezet heb, den lezer vooraf verzekeren, dat de uitslag, ook met de betrekking tot hunne hooggeroemde overeen- komst met de oude formulieren, en met zichzelve, curieus zoude zijn.”

»Slechts én proefje”, 200 gaat hij voort. ,De Heer De Cock had, in 1834, zekeren Dijkstra, na gedaan onderzoek, bekwaam gevonden om te Smilde de Gemeente ,als oefenaar” te dienen, (Wederlegg. van het goddelooze stuk enz. blz. 111). Deze man qualificeert zich zelven dan ook als: »Oefenaar onder het kruis te Smilde,” (zie De raadsl. van de drie Achitoffels, blz. 9). En in 1836 verklaart hunne Synode ,naar den Woorde Gods” omtrent de ,,zoogenaamde Oefenaars” dat, ,in de kerk �