Pagina:De Afscheiding van 1834.djvu/34

Uit Wikisource
Deze pagina is proefgelezen
18
BRONNEN


vooraf, iets waarop ik terugkom. Toch staat de inhoud daarvan wel dichter bij de Afscheiding, dan dit het geval is met den inhoud van de ruim honderd eerste bladzijden bij Verhagen, die voorafgaan aan de eigenlijke geschiedenis der Christelijke Gereformeerde Kerk.

Hierna en tegelijk daarmede zijn vele biographieën verschenen, die meer in bizonderheden afdalen en ons de personen van de vaderen der Scheiding beter van nabij leeren kennen. De baan werd gebroken door prof. H. de Cocks: Hendrik de Cock. In de uitgave: Een Schat in aarden vaten, waarin J. A. Wormser het leven schetst van De Cock, Scholten, Van Raalte, Van Velzen en in het vijfde deel J. C. Rullmann dat van Gezelle Meerburg, wordt ook gebruik gemaakt van vele familiepapieren, en geput uit de mondelinge overlevering. Vader Brummelkamp’s leven is beschreven in een zeer lijvig boekdeel door zijn jongsten zoon A. Brummelkamp en in 1910 uitgegeven door J. H. Kok te Kampen. Dit buitengewoon goed geschreven boek behoort tot het allerbeste dat verschenen is over de Afscheiding, doch is in het bizonder van hooge beteekenis voor de juiste kennis van de Geldersch-Overijsselsche richting in de Afscheiding en de landverhuizing naar Amerika, terwijl het terloops in kennis brengt met den kring der christelijke vrienden.
Ook het Leven en de arbeid van H. J. Buddingh zijn beschreven en wel door dr J. H. Gunning Jhz., toen deze nog predikant was te Wilhelminadorp bij Goes, en in tweeden druk eerst in 1910, te Rhenen, verschenen bij W. J. van Nas, 1909, een familielid van den held van het boek.
Eveneens is ds L. J. C. Ledeboer in zijn leven en arbeid geschetst o.a. door ds J. H. Landwehr, waarvan de tweede en veel vermeerderde druk verschenen is met een voorrede van prof. dr H. Bavinck bij D. Bolle te Rotterdam. Naast de belangrijke inleiding, is voor de geschiedenis der Afscheiding wel van de meeste beteekenis de inhoud van het vijfde hoofdstuk: Ledeboer en de Afgescheidenen.
Heeft dr J. van Lonkhuijzen Hermann Friedrich Kohlbrügge en zijn prediking, in de lijst van zijn tijd gezet in een academisch proefschrift, dan ligt het voor de hand dat in dit lijvig werk veel zeer kostbaar materiaal ligt geborgen, niet het minst in de noten. In bijlage 13, brieven van Kohlbrügge, is als eerste afgedrukt een brief aan ds de Cock te Ulrum, onderteekend te Utrecht, 3 Mei 1834, uw trouwe broeder, H. F. Kohlbrügge.
Het ligt voor de hand dat de vele geschriftjes en geschriften geschreven door de vaders der Scheiding dienen gelezen en geraadpleegd om hen nader te leeren kennen; daarnaast leze men van een Gezelle Meerburg, diens catechismuspreeken, die ook nu nog worden gebruikt bij de leeskerk in sommige onzer kerken alsook in de gereformeerde gemeenten. Minder omvangrijke levensschetsen van Daan Bakker van den Palmboom, P. van