Pagina:De Afscheiding van 1834.djvu/642

Uit Wikisource
Deze pagina is niet proefgelezen

566 HET BEGINSEL VAN DE AFSCHEIDING het beginsel der Afscheiding, te verklaren uit de groote zwarigheid van de positie waarin zij zijn achtergebleven. Het is voor menschen die in een valsche kerk verkeeren heel moeielijk om in de beschouwing van de kerk weer gereformeerd te worden en een juist oordeel zich te vormen over een eenvoudige en zuiver gereformeerde handeling, welke elke gereformeerde met artikel 28 en 29 der belijdenis voor oogen, en die niet is onderste boven geredeneerd door een vaak moeielijk te volgen theorie of liever, die niet door geschriften uit dien hoek in de war is gebracht, gemakkelijk verstaat, hoe moeielijk het ook moge zijn naar het verkregen inzicht ook te handelen. Leest men de Acte van Afscheiding, vergelijkt men deze met de Heilige Schrift, en toetst men dan de daad, waartoe te Ulrum knielend het be- sluit werd genomen, aan de belijdenis, dan is voor ons, die niet in de moeielijke positie van onze bedillers verkeeren, de zaak niet zoo moeielijk, en de conclusie niet zoo bezwaarlijk te trekken: de Afscheiding was een zuiver reformatorische daad! Als het waar is dat er drie methoden van reformatie zijn, die van het Réveil, van Kerkherstel en door breuke met de bestaande kerk, dan is de Afscheiding geschied naar de laatste methode. Wederom is betoogd dat de reformatie door breuke met het bestaande op drieërlei wijze kan plaats hebben: door breuke met de bestaande organisatie; door breuke met het bestaande kerkverband, en door breuke met de bestaande kerk, dus door nieuwe kerkformatie. Zonder hier critiek te willen oefenen op deze voorstelling, door te vragen waarin eigenlijk het verschil bestaat tusschen breuke met de bestaande orga- nisatie en die met het bestaande kerkverband 20), is wel zeer beslist de Afscheiding eene reformatie door breuke met de bestaande kerk, derhalve nieuwe kerkformatie doch door wederkeering. De geloovigen te Ulrum kwamen voor de vraag te staan of de plaatselijke Hervormde Kerk als formatie nog de ware kerk van Christus was, en het duidelijk antwoord door hun daad gegeven was een besliste ontkenning van de gestelde vraag. De methode van reformatie toegepast, vond De Cock met de zijnen in de Heilige Schrift en in de geloofsbelijdenis, en deze methode veronderstelt een valsche kerk, en dit niet slechts ,in toepassing op het genootschap abstract gedacht, maar ook in toepassing op de plaatselijke kerk als afdeeling van dat genootschap." Dat zij de plaatselijke kerk te Ulrum niet als ware kerk beschouwden, maar als collegialistische afdeeling van de Hervormde Kerk, blijkt duidelijk uit den eisch der individueele afscheiding, dien zij stelden aan alle de leden der gemeente van Ulrum. Volgens de afgescheidenen te Ulrum was de Hervormde Kerk aldaar een valsche kerk, ook in plaat- selijk corporatieven zin; en daaruit volgde voor hen dat ieder gerefor- meerde zich van haar onvoorwaardelijk moest afscheiden. Deze afscheiding